Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-1268, 1 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-1268

Betreft:            [Klager]           datum: 1 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.B.O. van Soest, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 9 juli 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sedert 10 mei 2017 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan den Rijn. Op 7 augustus 2018 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 3 oktober 2018 is klager in de gevangenis van de p.i. Vught geplaatst.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager mocht om onbegrijpelijke redenen niet in de p.i. Nieuwegein worden geplaatst, omdat hij de ene maand een gevaar zou vormen of problemen zouden bestaan als hij in de p.i. Nieuwegein zou worden geplaatst en de andere maand ineens niet. Negatieve adviezen worden gemakkelijk opgevolgd en de directeur neemt geen eigen beslissing, maar neemt het advies van het Openbaar Ministerie over of beschouwt dit als leidend. Ook is geen eigen belangenafweging gemaakt. Intussen moest klagers moeder met de medische klachten waarmee zij kampt, heen en weer naar haar zoon reizen. De belangen voor een overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein zijn om die reden aanzienlijk belangrijker dan de argumenten die de adviesverlenende instanties aandragen. De argumenten van het OM zijn lachwekkend, nu zowel in de p.i. Groot Alphen als in de p.i. Nieuwegein leden van criminele groeperingen en organisaties zijn geplaatst. In een gevangenis zitten altijd leden van bepaalde criminele organisaties. Klager eist te worden gecompenseerd.   

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Een gedetineerde heeft, ingevolge artikel 18, eerste lid, onder a, van de Pbw het recht een met redenen omkleed verzoekschrift strekkende tot overplaatsing naar een bepaalde inrichting in te dienen. De selectiefunctionaris beoordeelt of de redenen die ter onderbouwing van het verzoek zijn opgegeven, voldoende steekhoudend zijn om het verzoek te honoreren. Op grond van de opgevraagde bezoekerslijst, de adviezen van het OM, de medisch adviseur en de directeur van de p.i. Groot Alphen en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen dient de bestreden beslissing, die in alle zorgvuldigheid is genomen, als redelijk en billijk te worden aangemerkt.

4.         De beoordeling

4.1.      Hoewel klager op 7 augustus 2018 alsnog conform zijn verzoek naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein is overgeplaatst, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk beoordelen, nu namens klager om toekenning van een financiële tegemoetkoming is verzocht.

4.2.      Namens klager is verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein in verband met de medische klachten van zijn moeder, die het reizen naar de p.i. Groot Alphen bemoeilijkte.

De medisch adviseur van de afdeling individuele medische advisering heeft, blijkens het advies van 3 juli 2018, een overplaatsing op medische gronden evenwel niet geïndiceerd geacht. Daarbij komt dat het OM in verband met de zaak waarvoor klager is gedetineerd, die met een grootschalige (criminele) organisatie in verband wordt gebracht, negatief over klager verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein heeft geadviseerd.

Uit het door de selectiefunctionaris overgelegde bezoekersoverzicht blijkt dat klager in de p.i. Groot Alphen wekelijks (familie)bezoek heeft ontvangen en zodoende niet van bezoek verstoken is geweest. Tegen deze achtergrond en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.  

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 1 november 2018.

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven