Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-1098, 30 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-1098

betreft: […]      datum: 30 oktober 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.G.J.E. Lut, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, betreffende het als niet-moslim niet mogen hebben van een gebedsmat op cel, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Ter Apel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten, omdat klagers raadsvrouw in de beklagfase niet is opgeroepen voor de zitting. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. Zij acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Uit de inlichtingen van de directeur is aannemelijk geworden dat klager geen moslim is. Gesteld noch gebleken is dat klager heeft getracht een gebedsmat op cel te krijgen. Klager heeft in elk geval geen gebedsmat ingevoerd. Er is derhalve geen sprake geweest van een beslissing van de directeur. Nu klager zich beklaagt over een algemene in de inrichting geldende regel – het als niet-moslim niet mogen hebben van een gebedsmat op cel –, had klager niet in zijn beklag kunnen worden ontvangen. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie daarom vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

2.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 30 oktober 2018.

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven