Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-466, 6 novenber 2018, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-466

betreft: [klager]            datum: 6 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 20 februari 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het niet doorgeleiden op 7 oktober 2017 van een verzoekbrief / sprekersbrief aan de directie inzake de invoer van een goudvis en aquarium (VU-2017-002099).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt. De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat klager op 14 november 2017 beklag heeft ingesteld tegen het niet doorgeleiden van zijn sprekersbriefje op 7 oktober 2017. Daarmee is de wettelijke beklagtermijn van zeven dagen overschreden. Gesteld noch gebleken is dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar is. Klager zal derhalve alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 6 november 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

Naar boven