Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3565/GA, 5 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:05-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          17/3565/GA

betreft: [klager]            datum: 5 juni 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J.C. Duin, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 19 oktober 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagrechter

De beklagen betreffen

a.         het niet mogen meenemen van handschoenen tijdens het luchten in de luchtkooi (TA-2017-263) en
b.         het niet mogen meenemen van een flesje water tijdens het luchten in de luchtkooi (TA-2017-274).
De beklagrechter heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.

Uit de European Prison Rules volgt dat het bevorderen van beweging integraal onderdeel van het inrichtingsbeleid dient te zijn. Klager heeft in de zomer in de luchtkooi willen sporten. Het is een feit van algemene bekendheid dat in warme omstandigheden meer gedronken dient te worden. Noch in de huisregels, noch in enige andere bepaling, staat dat het meenemen van water naar de luchtplaats verboden is. Voor zover dit wel ergens mocht staan, is dit evident in strijd met artikel 27.3 van de European Prison Rules.

Namens de directeur is daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter.

3.         De beoordeling

Klager heeft een flesje water en handschoenen mee willen nemen naar de luchtplaats, hetgeen niet werd toegestaan. De directeur stelt zich op het standpunt dat de personeelsleden op de hoogte zijn van de geldende regels en met name de regel dat het gedetineerden niet is toegestaan iets mee te nemen naar de luchtplaats, uitgezonderd shag. Welke de overige regels zijn, blijkt niet uit de stukken.

Dat klager handschoenen heeft mee willen nemen en nodig had op de luchtplaats, heeft hij niet nader onderbouwd. Het beroep ten aanzien van onderdeel a. zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b. overweegt de beroepscommissie als volgt.

Dat het van bepaalde voorwerpen ongewenst is dat deze in het kader van de orde en de veiligheid worden meegenomen naar de luchtplaats, is begrijpelijk. Dat kan echter niet zonder meer gesteld worden van een flesje water. Dat geen water mag worden meegenomen, maar wel een pakje shag, is zonder nadere toelichting onbegrijpelijk. Dat klager een flesje water heeft mee willen nemen is, gelet op de omstandigheden die hij stelt, voorstelbaar. De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart de klacht alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toekomt.

De beroepscommissie beveelt de directie aan de hiervoor vermelde geldende regels schriftelijk vast te leggen, zodat deze voor een ieder kenbaar zijn.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart de klacht alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 5 juni 2018.

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven