Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1515/TA, 27 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1515/TA

betreft: [klager] datum: 27 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van de op 3 juli 2003 en 4 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften vanen namens

[...], verder te noemen klager, bijgestaan door mr. M.Th.M. Zumpolle,

gericht tegen een uitspraak d.d. 30 juni 2003 van de beklagcommissie bij Flevo Future, locatie Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 september 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], directeur behandeling, en[...], hoofd behandelingsrapportage. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.
Van klagers voormelde raadsman is bericht van verhindering ontvangen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing d.d. 3 december 2002 klagers personal computer (verder: pc) in beslag te nemen voor onderzoek, zonder mededeling aan klager van de reden voor dit onderzoek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
Op 3 december 2002 is klagers kamer gecontroleerd. Bij die gelegenheid is klagers pc in beslag genomen voor onderzoek. De reden voor dit onderzoek is klager toen niet meedegedeeld. Klager gaat er van uit dat dit onderzoek plaatshadin het kader van een algehele controle van zijn kamer, welke was gericht op de eventuele aanwezigheid van drugs. De aanleiding voor deze controle was het feit dat een medeverpleegde, die vaak drugs gebruikte, veel bij klager op zijnkamer kwam.
De inbeslagneming van de pc moet in dit kader worden gezien.

Tijdens de behandeling van het beklag heeft het hoofd van de inrichting echter aangegeven dat de controle noodzakelijk werd geacht om uit te sluiten dat klager met zijn pc via internet een ontvluchting voorbereidde. Debeklagcommissie gaat in haar overwegingen ook uit van de motivering dat de pc is onderzocht uit veiligheidsoverwegingen, ter voorkoming van ontvluchting. Omdat laatstgenoemde motivering onjuist is dient de beslissing van debeklagcommissie te worden vernietigd.
Subsidiair wordt het volgende aangevoerd.
Voor het geval dat de beroepscommissie de door het hoofd van de inrichting alsnog gegeven motivering aanvaardt, voert klager aan dat hij niet bezig was met zijn computer een ontvluchting voor te bereiden. Het is juist dat bij eeneerdere kamercontrole ontvluchtingsmateriaal in klagers kamer is gevonden. Ook is het juist dat klager in zijn pc een lijst bijhield van internetadressen. Dit was een document in Word. Die adressen duiden niet opontvluchtingsgevaar. Klager kon met zijn pc geen verbinding met het internet maken.
Klager was door de inbeslagneming gedupeerd. Hij kon zijn studie niet goed vervolgen en ook kon hij, omdat zijn monitor tevens als televisie fungeerde, niet televisiekijken.
Klager heeft geen bewijs van ontvangst van de in beslagneming van de pc gekregen. Na drie of vier dagen heeft hij de computer teruggekregen. Vervolgens heeft hij de computer uitgevoerd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
De bevoegdheid van het hoofd van de inrichting de kamer van een verpleegde en de daarin aanwezige voorwerpen te doen onderzoeken is voorzien in artikel 29 Bvt. Bedoelde voorwerpen kunnen worden onderzocht om vast te stellen of hetverdere bezit daarvan moet worden verboden, indien
a. dit onderzoek plaatsvindt in het kader van het algemeen toezicht op de aanwezigheid van verboden voorwerpen in de persoonlijke verblijfsruimte van de verpleegde; dan wel
b. dit anderszins noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 23, eerste lid, Bvt. Deze belangen zijn:
- het belang van de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen, en
- het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting.

Indien bij het onderzoek van de kamer van de verpleegde voorwerpen worden aangetroffen die niet in het bezit van de verpleegde mogen zijn is het hoofd van de inrichting bevoegd deze, met toepassing van de artikelen 29, tweede lid,in verbinding met 23, vierde lid, Bvt in beslag te nemen, onder afgifte van een bewijs van ontvangst aan de verpleegde.

Tot 3 december 2002 had klager toestemming om zijn pc op zijn kamer te hebben. Op deze datum is klagers kamer onderzocht en is de pc uit zijn kamer verwijderd voor onderzoek. De aard en reden van dit onderzoek is klager nietmeegedeeld.
Klager meent dat een onderzoek werd gedaan naar de aanwezigheid van drugs. De beslissing de pc te onderzoeken kan dan zijns inziens alleen om deze reden worden genomen. De achteraf gegeven motivering dat het onderzoek geschiedde uitveiligheidsoverwegingen in relatie met vluchtgevaar, is klagers inziens niet valide.
De beroepscommissie kan klager in deze stelling niet volgen. Zij acht het aannemelijk dat personeel van de inrichting tijdens algemeen onderzoek van klagers kamer een vermoeden jegens klager heeft opgevat, dat nader diende te wordenonderzocht. Uit de stukken blijkt dat medewerkers van de inrichting bij het onderzoek van klagers kamer een lijst met internetadressen op het beeldscherm van klagers pc hebben zien staan. Aannemelijk is dat deze omstandigheid, incombinatie met de eerdere aanwezigheid van ontvluchtingsmateriaal in klagers kamer, aanleiding vormde voor de inname van de pc voor onderzoek.
De beslissing tot in beslagneming van de pc voor dit doel acht de beroepscommissie niet in strijd met het bepaalde in artikel 29, in verbinding met artikel 23 Bvt.
De beroepscommissie merkt op dat er ten aanzien van de beslissing op grond van artikel 29 Bvt tot het laten onderzoeken van voorwerpen geen wettelijke informatieplicht geldt. Zij acht het niet terstond meedelen van de reden voor hetonderzoek van de computer in dit geval niet onredelijk of onbillijk.
Zij is van oordeel dat de beslissing tot dit onderzoek op goede gronden is gebaseerd en daarom inhoudelijk ook niet als in strijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

Met betrekking tot klagers bezwaar dat hij geen bewijs van ontvangst van de inname van zijn pc heeft ontvangen, merkt de beroepscommissie op dat zij het wenselijk acht dat ook in geval van een tijdelijke inname voor een aantal dagenvan een (kostbaar) voorwerp van de verpleegde voor onderzoek een ontvangstbewijs wordt verstrekt, ookal is in dit geval (nog) geen sprake van een definitieve inbeslagneming van een verboden voorwerp als bedoeld in artikel 23, vierdelid, Bvt.

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie met juistheid op op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 27 oktober 2003.

secretaris voorzitter

nummer: 03/1515/TA
betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 10 september 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker,
leden: dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. Chr.F. Swart-Babbé.

Gehoord zijn klager, en namens het hoofd van Flevo Future, locatie Utrecht, mw. drs. [...], directeur behandeling, en [...].
Van klagers raadsman mr. M.Th.M. Zumpolle is bericht van verhindering ontvangen.

Klager heeft een notitie overgelegd; deze is bij de stukken gevoegd. Hij heeft- zakelijk weergegeven en voor zover van belang- het volgende aangevoerd.

Hij heeft zich er aan geërgerd dat de inrichting dingen interpreteert en zaken uit zijn verband haalt, een maatregel oplegt zonder uitleg en pas later onderzoek gaat doen. De algemene kamerinspectie van 3 december 2002 werd gehoudenmet de bedoeling onderzoek naar de aanwezigheid van drugs te doen. De later gegeven motivering dat de maatregel verband hield met vluchtgevaar is daarom onjuist.
Voor het geval dat de beroepscommissie de door het hoofd van de inrichting gegeven motivering van de directie accepteert, voert klager aan dat hij niet bezig was met zijn computer een ontvluchting voor te bereiden. Hij erkent datbij een eerdere kamercontrole ontvluchtingsmateriaal in zijn kamer is gevonden. Ook is het juist dat hij in zijn pc een lijst bijhield van internetadressen, als document in Word. Die adressen duiden echter niet opontvluchtingsgevaar. Klager kon met zijn computer ook geen verbinding met het internet maken.
Klager was door de inbeslagneming gedupeerd. Hij kon zijn studie niet goed vervolgen en ook kon hij, omdat zijn monitor tevens als televisie fungeerde, niet televisiekijken.
Klager heeft geen bewijs van ontvangst van de in beslagneming van de computer gekregen. Na drie of vier dagen heeft hij de pc teruggekregen. Vervolgens heeft hij de pc uitgevoerd. Onlangs heeft hij hem weer ingevoerd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
Benadrukt is dat het onderzoek van de pc wel degelijk bedoeld was om uit te sluiten dat klager bezig was een ontvluchting voor te bereiden. Dat klager vanaf zijn eigen pc geen verbinding met het internet kon maken heeft deinrichting niet van de controle doen afzien. Klager is zeer bekwaam in de informatie- en communicatie technologie.

secretaris voorzitter

Naar boven