Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-383, 14 september 2018, schorsing
Uitspraakdatum:14-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer : S-383

Betreft    : [verzoeker]                                                                           datum: 14 september 2018

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift tevens klaagschrift van […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Pompestichting, locatie Zeeland, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 6 september 2018, inhoudende de weigering om te telefoneren, met uitzondering van geprivilegieerde contacten.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 13 september 2018.

1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht.
Op verzoekers kamer zou een brief zijn gevonden waarin een contact in Nijmegen zou uitleggen hoe de drugs zouden worden verpakt en dat verzoeker daarbij zou zijn geweest. Er zouden verhalen zijn dat hij drugs zou meenemen vanuit Nijmegen naar Zeeland.
Hij is al acht jaar drugsvrij, is twee keer in vol ornaat gecontroleerd en dat was prima. Bij kamercontroles was alles in orde en heeft verzoeker goed meegewerkt. Tot zijn verbazing is hem een belverbod opgelegd. Hij mag ook niet bellen met zijn vader die stervende is.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren.

Op 6 september 2018 hebben diverse kamercontroles, onder andere bij verzoeker, plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze kamercontroles zijn er ernstige vermoedens, waar op dit moment omwille van de orde en de veiligheid in de inrichting geen nadere mededelingen over kunnen worden gedaan, ontstaan dat verzoeker en enkele andere medeverpleegden zich bezighouden met gebruik en/of handel in gedragsbeïnvloedende middelen en dat hier mogelijk derden van buiten de inrichting bij zijn betrokken. Om gebruik en/of handel hierin te voorkomen, is beslist om verzoeker een ordemaatregel weigering telefoongesprekken op te leggen waardoor de orde en de veiligheid kunnen worden gewaarborgd. Het is verzoeker overigens toegestaan om onder toezicht met zijn ouders te telefoneren. Tenminste eenmaal per week wordt geëvalueerd of het noodzakelijk is om de ordemaatregel te handhaven. Tot  op heden is dat nog het geval.
 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing tot het weigeren van telefoongesprekken zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van die beslissing van het hoofd van de inrichting. Naar het oordeel van de voorzitter is dat, mede gelet op de inlichtingen van het hoofd van de inrichting, het geval.
Uit de bij de stukken gevoegde schriftelijke mededeling blijkt dat sprake is van een weigering van een bepaald telefoongesprek terwijl verderop in de schriftelijke mededeling staat dat sprake is van een algemeen verbod om te telefoneren, met uitzondering van geprivilegieerde contacten. Als reden voor het voortduren van de weigering om te telefoneren, is gegeven dat dit noodzakelijk is om gebruik en/of handel in gedragsbeïnvloedende middelen te voorkomen en dat hierdoor de orde en de veiligheid kunnen worden gewaarborgd. Niet aangegeven is waar de ernstige vermoedens dat verzoeker en enkele andere medeverpleegden zich bezig zouden houden met het gebruik of handel in gedragsbeïnvloedende middelen, die zouden zijn ontstaan na diverse kamercontroles, uit bestaan noch wat de redenen zijn om de ordemaatregel te handhaven. Evenmin is aangegeven waarom toezicht op het telefoneren met gescreende contacten, zoals dit verzoeker wel wordt toegestaan in het telefonisch contact met zijn ouders, niet zou volstaan. Nu naar het voorlopig oordeel van de voorzitter feitelijke grondslag aan het (voortduren van) de ordemaatregel ontbreekt, dient het verzoek om schorsing te worden toegewezen.

De tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting moet derhalve worden geschorst, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.
 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van het hoofd van de inrichting in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.
 

 

Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 september 2018.

                    

 

                                   secretaris                                            voorzitter

 

Naar boven