Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-25, 29 juni 2018, schorsing
Uitspraakdatum:29-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-25

Betreft : [Verzoeker]   datum: 29 juni 2018

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. S. de Korte, namens

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 25 juni 2018, inhoudende de verlenging van de eerder genomen beslissing verzoeker dag en nacht door middel van een camera in zijn verblijfsruimte te observeren met veertien dagen, ingaande op 25 juni 2018 om 09.15 uur en eindigend op 9 juli 2018 om 09.15 uur. Het betreft een door de directeur op grond van artikel 34a, eerste lid, van de Pbw genomen maatregel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 25 juni 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 27 juni 2018.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

De directeur kan op grond van artikel 34a, eerste lid, van de Pbw bepalen dat een gedetineerde die in een individueel regime als bedoeld in artikel 22 van de Pbw of in een extra beveiligde inrichting als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder e, van de Pbw is geplaatst, dag en nacht door middel van een camera wordt geobserveerd. De directeur heeft tot verlenging van de eerder genomen beslissing van 15 juni 2018 verzoeker dag en nacht door middel van een camera te observeren, besloten, omdat hij dit noodzakelijk acht voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming en omdat bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van verzoeker grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan.

De directeur heeft aangegeven dat verzoeker verdachte is in een strafzaak die een zeer grote impact heeft op de maatschappij, waaronder omwonenden en personeel van de inrichting waar verzoeker verbleef en de nabestaanden, en dat daarmee veel media-aandacht gepaard gaat. Op verzoeker rust forse maatschappelijke druk en de directeur heeft een en ander meegenomen in de besluitvorming ter zake van de onderhavige beslissing. Het belang van een ongestoorde rechtsgang en in dat verband van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming is groot. Voorts acht de directeur het aannemelijk dat bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van verzoeker enorme maatschappelijke onrust zal ontstaan. Daar verzoekers behandelaar te kennen heeft gegeven dat bij verzoeker geen sprake meer is van acute suïcidaliteit en dat niet langer sprake is van een verhoogd risico ten aanzien van suïcide, verblijft verzoeker sinds 15 juni 2018 niet langer in de afzonderingscel, maar in een rustcel op de afdeling, die zoveel mogelijk als een reguliere cel is ingericht, en kan hij aan het reguliere dagprogramma deelnemen. Verzoeker wordt elke dag door de gedragsdeskundige gezien, die de geestelijke en lichamelijke toestand van verzoeker monitort. Dagelijks zal worden beoordeeld of de maatregel dient te worden gehandhaafd.

Namens verzoeker is aangegeven dat de gedragsdeskundige heeft laten weten dat bij verzoeker geen sprake meer is van acute suïcidaliteit en dat niet langer sprake is van een verhoogd risico ten aanzien van suïcide. De achtergrond van het aan verzoeker verweten delict kan geen grond vormen voor het plaatsen onder observatie in een rustcel en de mediagevoeligheid van de strafzaak zou bij deze afweging evenmin een rol dienen te spelen. Verzoeker is reeds sinds 11 juni 2018 onder cameraobservatie geplaatst en deze maatregel maakt een dermate grote inbreuk op de privacy van verzoeker dat deze onredelijk bezwarend is.

De voorzitter stelt vast dat, zo namens verzoeker is aangevoerd en door de directeur is bevestigd, geen sprake meer is van acute suïcidaliteit en dat niet langer sprake is van een verhoogd risico ten aanzien van suïcide. Met de directeur acht de voorzitter aannemelijk dat bij schade aan de gezondheid van verzoeker grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan. Op basis van de informatie die in het kader van de onderhavige procedure ter beschikking van de voorzitter staat, bestaan naar het voorlopig oordeel van de voorzitter onvoldoende (concrete) aanknopingspunten dat daadwerkelijk schade aan de gezondheid van verzoeker is te verwachten. Gelet daarop acht de voorzitter het thans – voorlopig oordelend – niet redelijk de maatregel langer te laten voortduren en dient het belang van de privacy van verzoeker te prevaleren. Dit laat onverlet dat de maatregel van observatie door middel van een camera als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Pbw opnieuw kan worden toegepast indien en zodra sprake is van concrete aanwijzingen dat verzoeker voornemens is zich van het leven te beroven of anderszins schade aan de gezondheid van verzoeker is te verwachten.

Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden toegewezen.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

 

 

Aldus gedaan door mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 29 juni 2018.

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven