Nummer: 03/1671/GB
Betreft: [klager] datum: 22 oktober 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een – door tussenkomst van het bureau selectiefunctionarissen – op 22 juli 2003 bij het secretariaat van deRaad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1981], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 juni 2003 genomen en op 3 juli 2003 aan klager uitgereikte beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen Nieuw Vosseveld te Vught, hierna: de jovo-gevangenis te Vught, ongegrondverklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 29 augustus 2002 gedetineerd. Hij verblijft thans in het huis van bewaring Vught in afwachting van plaatsing in de jovo-gevangenis te Vught.
2.2. Klager heeft twee gevangenisstraffen met een totale duur van negentien maanden met aftrek ondergaan. De tenuitvoerlegging van deze straffen ving aan op
8 januari 2003. De v.i.-datum viel op 11 september 2003. Vervolgens heeft klager vier dagen vervangende hechtenis ondergaan. Thans ondergaat hij vanaf 15 september 2003 42 dagen gijzeling op grond van de Wetadministratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. De einddatum is bepaald op 27 oktober 2003.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag in een gewone gevangenis worden geplaatst. Hij verbleef al eerder in een jovo-inrichting en dat is misgegaan omdat hij slecht met mensen van zijn eigen leeftijd om kan gaan. In zijn bezwaarschrift gaf klager aan ingevangenis De Geerhorst te willen worden geplaatst in verband met zijn bezoek.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 22 april 2003 heeft de p.i. Vught een eerste indicatiestelling jovo naar het bureau selectiefunctionarissen gefaxt. Klager bleek te scoren op de onderdelen „sociale contacten“ en „kwetsbaarheid“. In Limburg is geen gevangenis meteen jovo-bestemming. De jovo-gevangenis te Vught is de dichtstbijzijnde inrichting.
4. De beoordeling
4.1. In bezwaar heeft klager voor zijn verzet tegen de plaatsingsbeslissing geen argumenten aangevoerd die betrekking hebben op zijn jovo-indicatie. In de beslissing op het bezwaar wordt niet ingegaan op de in het bezwaarschriftaangevoerde omstandigheden. In beroep – en wel in zijn beroepschrift – heeft klager klager echter wel de jovo-indicatie aangevochten. De beroepscommissie zal deze omstandigheden bij de beoordeling betrekken.
4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassenen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie,Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling.Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in eeninrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die ineen jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft „sociale contacten“ en „kwetsbaarheid“; dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweedecriterium van artikel 16 van de Regeling. Het bestaan van die indicatiestelling blijkt uit de zich bij de stukken bevindende verzamelstaat; de onderbouwing is terug te vinden in de formulieren „Vragen aan de gedetineerde (door PIW)“en „Vragen aan het PIW“.
4.4. Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat klager in beginsel in aanmerking komt voor plaatsing in een jovo-inrichting.
Nu klager evenwel de jovo-indicatie betwist omdat hij een eerdere detentie in het
jovo-circuit heeft ondergaan en deze plaatsing is mislukt, hetgeen niet is weersproken, moet de beslissing van de selectiefunctionaris als onvoldoende gemotiveerd worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.
Gelet op het feit dat klager in verband met zijn zeer nabije v.i.-datum binnenkort in vrijheid zal worden gesteld, zal de beroepscommissie de bestreden beslissing niet vernietigen en de selectiefunctionaris evenmin opdragen eennieuwe beslissing te nemen maar volstaan met gegrondverklaring van het beroep. Aan klager zal geen tegemoetkoming worden toegekend.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 24 oktober 2003
secretaris voorzitter