Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-905, 11 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer:         R-905

Betreft:            [klager]            datum: 11 oktober 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 maart 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zogenaamd stapeltraject (plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i) gevolgd door deelname aan een penitentiair programma (p.p.)) afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 6 april 2017 gedetineerd. Hij verblijft in het Justitieel Complex Zaanstad.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Klager gedraagt zich naar behoren in detentie, hij laat positief gedrag zien. Klager verdient het dan ook om te faseren. Mede gelet op het feit dat klagers einddatum steeds dichterbij komt, moet klager de mogelijkheid worden geboden om werk en inkomen te kunnen regelen voordat zijn detentieperiode eindigt. Met betrekking tot de openstaande zaak stelt klager dat hij hiervoor is vrijgesproken. Deze zaak heeft dan ook geen invloed op klagers einddatum.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Klager is op 27 juli 2017 in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden voor het plegen van een overval op een winkel.

De politie heeft eind december 2017 positief geadviseerd ten aanzien van klagers detentiefasering, evenals het Openbaar Ministerie op 4 september 2017. De reclassering heeft op 19 februari 2018 een negatief ‘deeladvies EC’ afgegeven, nu de hoofdbewoonster van het adres waar klager tijdens zijn p.p. zou verblijven heeft aangegeven dat klager niet bij haar kan verblijven. Tijdens klagers verlof van 27 januari 2018 tot en met 29 januari 2018 is klager twee keer in het voor hem verboden gebied in Zaandam geweest, terwijl aan klager duidelijk was uitgelegd waar hij wel en niet mocht komen. Uit het selectieadvies van de directeur van het Justitieel Complex Zaanstad volgt dat aan klager in juni 2018 twee disciplinaire straffen zijn opgelegd, en in augustus 2018 één keer. De stelling van de raadsman dat klager positief gedrag laat zien, is dan ook niet juist. Gelet op vorenstaande is de selectiefunctionaris van oordeel dat niet is voldaan aan de gestelde voorwaarden van de artikel 2, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling). De bestreden beslissing is dan ook op goede gronden genomen.

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling kunnen in zeer beperkt beveiligde inrichtingen of afdelingen gedetineerden worden geplaatst die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, die in geval de veroordeling onherroepelijk is ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan dan wel in geval de veroordeling nog niet onherroepelijk is een tijd in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht waarvan de duur ten minste gelijk is aan de helft van de opgelegde gevangenisstraf, die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres, die een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en die zijn gepromoveerd. Op grond van het derde lid van de Regeling kunnen in afwijking van het eerste lid tevens voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting of afdeling in aanmerking komen, gedetineerden ten aanzien van wie een door de selectiefunctionaris akkoord bevonden voorstel voor deelname aan een penitentiair programma aanwezig is. Het verblijf in de zeer beperkt beveiligde inrichting direct voorafgaande aan de plaatsing in het penitentiair programma duurt maximaal zes maanden.

4.2.      Bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen speelt de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving, een belangrijke rol. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), en of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling (Stcrt. 2000, nr. 176).

4.3.      Klager beschikt niet over een aanvaardbaar verlofadres in het kader van zijn deelname aan het p.p. Tevens is klager tijdens een eerder verlof in een voor hem verboden gebied geweest. Gedurende klagers detentie zijn aan hem diverse disciplinaire straffen opgelegd. Naar het oordeel van de beroepscommissie voldoet klager niet aan de eisen voor plaatsing in een z.b.b.i., gevolgd door deelname aan een p.p. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep is daarom ongegrond.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 11 oktober 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven