Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-195, 24 september 2018, beroep
Uitspraakdatum:24-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-195

Betreft:            […]      datum: 24 september 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.B.M.A. Engelen, namens

[…], verder te noemen klager, gericht tegen een op 5 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sinds 26 mei 2017 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Roermond. Op 11 januari 2018 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Sittard, waarna hij op 17 januari 2018 is overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Roermond. Beide geschiedden bij beslissing van 10 januari 2018.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers grief richt zich vooral tegen het feit dat hij voor zes dagen in de gevangenis van de locatie Sittard is geplaatst, terwijl daarvoor geen (acute) noodzaak bestond. De plaatsing was voor klager zeer nadelig, omdat hij zijn boodschappen en telefoonkaarten moest achterlaten. Er is geen goede reden gegeven voor de kortdurende plaatsing. Verzocht wordt aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager diende na zijn veroordeling in een gevangenis te worden geplaatst. Zijn voorkeur ging uit naar de gevangeis van de locatie Roermond. Vanwege de lange wachtlijsten en met het oog op de capaciteit in het h.v.b. van de locatie Roermond, werd klager tevens geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Sittard. Deze plaatsing kon eerder gerealiseerd worden. Er werd weliswaar niet uitgegaan van een plaatsing van zes dagen, maar er kan onverwachts eerder plek zijn in een inrichting. Klachten omtrent het niet kunnen meenemen van boodschappen en telefoonkaarten dienen neergelegd te worden bij de directeur van de inrichting. Die is verantwoordelijk voor het verloop van de overplaatsing.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is op 17 januari 2018 overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Roermond. De bestreden beslissing werd toen dus niet meer geëffectueerd. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang aan zijn beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2.      De beroepscommissie heeft begrip voor het ongemak dat klager heeft ervaren toen hij werd overgeplaatst op de dag waarop de beslissing aan hem werd kenbaar gemaakt, te weten voorlopige plaatsing in Sittard, terwijl hij rekende op plaatsing in Roermond, waar hij al in het h.v.b. verbleef, zijn bezoek ontving en waar zijn recente boodschappen en telefoonkaarten achterbleven toen hij zo abrupt werd getransporteerd naar Sittard. De beroepscommissie stelt vast dat klager tegelijk met de beslissing tot tijdelijke plaatsing in Sittard ook de beslissing kreeg tot plaatsing in Roermond. Het is uit het dossier niet af te leiden waarom voor deze gang van zaken moest worden gekozen.

4.3.      Niettemin overweegt de beroepscommissie als volgt. Uitgangspunt is dat een gedetineerde, zodra deze in eerste aanleg is veroordeeld, in een gevangenis wordt geplaatst. Kennelijk was op het moment waarop de detentieperiode na veroordeling inging nog geen plaats in Roermond. Continuering van het verblijf in het h.v.b. in afwachting van een plaats in de gevangenis aldaar is niet voorgeschreven. De locatie Sittard is redelijk nabij gelegen en deze plaatsing heeft korte tijd geduurd. De beslissing van de selectiefunctionaris om klager in de gevangenis van de locatie Sittard te plaatsen, in afwachting van capaciteit in de gevangenis van de locatie Roermond, is dan ook niet onredelijk of onbillijk.. Het beroep is dus ongegrond.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

ldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 24 september 2018.

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven