Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/807/GB, 27 september 2018, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         18/807/GB

Betreft:            [klager]            datum: 27 september 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J.H.M. de Crom, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 17 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting Sittard afgewezen.

 

2.         Ontvankelijkheid

Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep indient. Een na afloop van deze termijn ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

De beroepscommissie stelt vast dat klager op 19 januari 2018 heeft getekend voor ontvangst van de beslissing op zijn verzoekschrift. Het daartegen ingediende beroepschrift dateert van 28 februari 2018 en is diezelfde dag op het secretariaat van de Raad ontvangen. Gelet op het vorenstaande is het beroep niet tijdig ingediend. De raadsvrouw voert aan zij pas op 23 februari 2018 de bestreden beslissing heeft ontvangen. De Pbw kent echter niet de figuur van de raadsvrouw voor wie een zelfstandige beroepstermijn geldt ten aanzien van beslissingen van de selectiefunctionaris. Voorts stelt de raadsvrouw dat de beslissing weliswaar op 19 januari 2018 aan klager is uitgereikt, maar dat klager geen woord Nederlands spreekt en niet heeft kunnen begrijpen hetgeen hem werd uitgereikt. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan dit niet leiden tot een ander oordeel, nu – blijkens de reactie op het beroepschrift van de selectiefunctionaris van 24 mei 2018 – uit informatie van de inrichting is gebleken dat klager goed Nederlands spreekt en begrijpt. Ook uit de registratiekaart volgt dat de spreektaal van klager Nederlands is. De beroepscommissie acht het derhalve niet aannemelijk dat klager geen kennis had kunnen nemen van de inhoud van het stuk, al dan niet met tussenkomst van een derde. Klager kan aldus niet in het beroep worden ontvangen.

 

3.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 27 september 2018.

 

        

                                                                              

 

            secretaris                                                  voorzitter

 

Naar boven