Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3828/GA, 16 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/3828/GA

betreft: [Klager]           datum: 16 augustus 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. C.E. Hok-A-Hin, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 27 oktober 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. C.E. Hok-A-Hin om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van de tegemoetkoming

De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel waarvan twee dagen voorwaardelijk wegens het aantreffen van een mobiele telefoon en opladeronderdelen (A-2017-181), op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De tegemoetkoming is te gering omdat de opgelegde straf niet in lijn is met de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. Derhalve is de opgelegde disciplinaire straf in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Er dient een tegemoetkoming te volgen voor de vijf dagen die klager ten onrechte heeft doorgebracht in een strafcel.

Subsidiair heeft de directeur onvoldoende onderbouwd waarom is afgeweken van de landelijke sanctiekaart.

De directeur heeft daarop gereageerd dat hij zich neerlegt bij de uitspraak van de beklagcommissie.

 

3.         De beoordeling

De beklagcommissie heeft geoordeeld dat klager in redelijkheid gesanctioneerd kon worden wegens het aantreffen van een mobiele telefoon en onderdelen van een oplader op cel, maar dat niet dan wel onvoldoende is gemotiveerd waarom ten nadele van klager van de landelijke sanctiekaart 2016 is afgeweken.

De landelijke sanctiekaart 2016 gaat bij het aantreffen van een GSM uit van een disciplinaire straf van maximaal tien dagen opsluiting in een eigen cel of verblijfsruimte. Aan klager is een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel opgelegd, waarvan twee dagen voorwaardelijk. De beroepscommissie is van oordeel dat klager, nu hij vijf dagen in de strafcel heeft doorgebracht, een hogere tegemoetkoming toekomt. Zij zal het beroep gegrond verklaren en een tegemoetkoming vaststellen van € 12,50.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 12,50.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

mr. R. Smeijers, secretaris, op 16 augustus 2018.

 

 

                          

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven