Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-666, 29 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           R-666

betreft: [klager] datum: 29 augustus 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Lieftink, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een beslissing van 4 juni 2018 van de minister voor Rechtsbescherming, verder te noemen verweerder, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juli 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. Lieftink, en namens verweerder, […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

Verweerder heeft beslist klager te plaatsen in FPC De Rooyse Wissel.

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Verweerder heeft op 4 juni 2018 beslist klager te plaatsen in FPC De Rooyse Wissel. Deze plaatsing is op 6 juni 2018 gerealiseerd.

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep - kort en zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. 

Klager moet gelet op hetgeen in het arrest van het hof Den Haag is overwogen, in plaats van in FPC De Rooyse Wissel, per direct in een beschermde woonvorm (hierna: RIBW) voor mensen met een verstandelijke beperking en autisme worden geplaatst. Volgens het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) is bij klager sprake van een verstandelijke beperking en PDD-NOS. Er is geen sprake van een persoonlijkheidsstoornis, zoals in de plaatsingsbeschikking staat genoemd. Het PBC achtte juist een contra-indicatie aanwezig voor een klinische opname en de beslissing van verweerder berust op een onjuiste interpretatie van het arrest van het hof. Gewezen wordt op de passage in het arrest, waarin het rapport van PBC expliciet wordt geciteerd. Daarin staat vermeld dat klager uiteindelijk moet worden geplaatst binnen een passende beschermde woonvorm (voor mensen met een verstandelijke beperking en autisme) waarbij er meer zicht en toezicht op hem kan zijn, gecombineerd met een langere periode van (zo mogelijk elektronisch) toezicht. Een klinische opname achtten onderzoekers niet geïndiceerd, aangezien klager geen behandeling maar begeleiding nodig heeft en een opname naar het inzicht van de onderzoekers het recidiverisico niet verlaagt, zeker aangezien klager nog steeds niet erg groepsgeschikt is.

Klager snapt niet waarom hij in FPC De Rooyse Wissel is geplaatst, omdat hij, zoals de onderzoekers hebben aangegeven, geen behandeling maar begeleiding nodig heeft. Plaatsing in FPC De Rooyse Wissel heeft daarom geen nut. Klager houdt zich grotendeels afzijdig van de groep, want de patiënten hebben grote psychiatrische problemen of zijn verstandelijk erg beperkt. Klager stelt dat hij best kan functioneren op een groep, maar enkel als dit een normale groep mensen betreft. Hij kan wel goed opschieten met de patiënten. 

Het plaatsingsbeleid tbs dwang gaat ervan uit dat de zorg moet passen bij de zorgbehoefte van de patiënt. Verweerder gaat met de plaatsing in FPC De Rooyse Wissel voorbij aan de zorgbehoefte van klager, zoals verwoord in het arrest van het hof Den Haag en de rapportage van het PBC. De plaatsing is daarom in strijd met artikel 5 EVRM, nu sprake is van een willekeurige vrijheidsbeneming.  

Kijkend naar hetgeen de inrichting heeft opgemerkt over de afgelopen periode waarin klager in de inrichting heeft verbleven, kan worden gezegd dat dit in lijn is met de conclusies van het PBC. Klager is niet geschikt om op de groep te functioneren in FPC De Rooyse Wissel, mede in verband met zijn beïnvloedbaarheid. De conclusie ten aanzien van de zorgintensiteit en de beveiliging als weergegeven in de indicatiestelling kan volgens klager niet worden gevolgd. Het is de vraag of op basis van de Bvt kan worden beslist dat klager in een RIBW wordt geplaatst. Als gekeken wordt naar de strekking van artikel 14 Bvt, is het in elk geval zo dat klager baat heeft bij een lager beveiligingsniveau en begeleiding in plaats van behandeling.

Primair houdt het standpunt in dat klager moet worden overgeplaatst naar een RIBW. Subsidiair wordt betoogd dat klager kan worden overgeplaatst naar FPK De Woenselse Poort. Klager vraagt zich af waarom überhaupt niet is gekeken naar die optie. Qua regio is FPK De Woenselse Poort geschikter dan het huidige FPC en ook past deze inrichting beter bij de situatie van klager.

Namens klager wordt verzocht om het ertoe te geleiden dat binnen een termijn van drie maanden een overplaatsing plaatsvindt.                   

Namens verweerder is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. 

De procedure bij de beroepscommissie strekt zich niet uit tot beoordeling van de juistheid of mogelijke eigen interpretatie van het arrest van het hof door verweerder. Vast staat dat door het hof aan klager een gevangenisstraf van 30 maanden en tbs met dwangverpleging is opgelegd. Op basis daarvan is een indicatiestelling tbs afgegeven en is besloten tot plaatsing van klager in een FPC. Het is de bedoeling om van daaruit te bezien hoe een verdere behandeling van klager het beste kan worden ingevuld, waarbij als uitgangspunt geldt het toewerken naar plaatsing in een RIBW. Gezien en erkend wordt zonder meer dat het uiteindelijk de bedoeling is dat klager in een RIBW zal worden geplaatst. Hoe lang een en ander zal duren, hangt echter af van het verloop van de behandeling. De inrichting maakt een inschatting aan de hand van observaties. De mate van structuur en begeleiding die klager nodig heeft, past bij de behandeling die hij nu krijgt. In die zin kan worden gezegd dat dit prima aansluit bij wat het hof en het PBC voor ogen hadden.

Plaatsing in een RIBW wordt onder de gegeven omstandigheden niet veilig noch verantwoord geacht. De in de plaatsingsbeschikking van 4 juni 2018 vermelde persoonlijkheidsstoornis betreft gelet op de stukken een onzorgvuldigheid, nu klager is gediagnosticeerd met een verstandelijke beperking en PDD-NOS (autismespectrumstoornis). De conclusie wordt door deze omissie echter geenszins anders. Klager is bij FPC De Rooyse Wissel immers op een afdeling geplaatst passend bij personen met een autismespectrumstoornis. Van een willekeurige vrijheidsbeneming als betoogd namens klager, is geen sprake.  

Ten aanzien van het subsidiair ingenomen standpunt van klager kan worden gezegd dat plaatsing bij FPK De Woenselse Poort waarschijnlijk niet is onderzocht, maar dat niet valt in te zien wat de meerwaarde zou zijn van die overplaatsing, nu klager daar eenzelfde soort traject zou ingaan en FPC De Rooyse Wissel ook RIBW woningen op het terrein heeft. Bovendien heeft FPK De Woenselse Poort beveiligingsniveau 3, terwijl blijkens de indicatiestelling beveiligingsniveau 4 voor klager nodig is. In de beslissing is meegewogen dat bij klager sprake is van een gemaximeerde tbs.     

4.         De beoordeling

Blijkens de stukken is klager door het hof Den Haag - onherroepelijk en onder meer - veroordeeld tot tbs met dwangverpleging.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:

a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en

b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uit de indicatiestelling tbs van 4 juni 2018 komt het volgende naar voren.

Klager heeft een gemaximeerde tbs-maatregel opgelegd gekregen. Hij is gediagnosticeerd met een verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis.

Er hebben diverse overleggen plaatsgevonden, voornamelijk wegens de door het hof in het arrest weergegeven specifieke omschrijving van wat er nodig zou zijn voor klager. Geconcludeerd wordt dat klager in een FPC dient te worden geplaatst, om van daaruit te bezien of en wanneer klager naar een RIBW kan worden overgeplaatst. Voor klager geldt de indicatie van beveiligingsniveau 4. Bij FPC De Rooyse Wissel was plaats voor klager, op een afdeling voor patiënten met autisme. Bovendien is bij FPC De Rooyse Wissel de mogelijkheid om, in een (resocialisatie)fase, gebruik te maken van woningen op het terrein van de inrichting.   

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager te plaatsen in FPC De Rooyse Wissel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in strijd met artikel 5 EVRM en evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Ten aanzien van het subsidiair ingenomen standpunt is de beroepscommissie van oordeel dat reeds vanwege het lagere beveiligingsniveau dan geïndiceerd, plaatsing in FPK De Woenselse Poort evenmin aangewezen moest worden geacht.   

Het beroep zal gelet op het bovenstaande ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat zij zich gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen kan voorstellen dat gedurende klagers verblijf bij FPC De Rooyse Wissel toegewerkt wordt naar een spoedige plaatsing in een RIBW. Hoewel klagers verzoek daartoe menselijkerwijs kan worden begrepen, valt dit echter niet aan enige concrete termijn te koppelen.   

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, drs. M.R. Daniel en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Simpelaar, secretaris, op 29 augustus 2018

 

 

 

            secretaris                     voorzitter                    

 

 

 

Naar boven