Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-358, 6 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-358

Betreft:            [klager]            datum: 6 augustus 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Marjanović, namens […], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sinds 27 september 2017 gedetineerd. Hij verbleef in de extra zorgvoorziening (EZV) van het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen. Op 8 januari 2018 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers klacht richtte zich aanvankelijk slechts tegen de beslissing hem niet in een EZV te plaatsen. Inmiddels (d.d. 8 februari 2018) heeft klager echter zulke negatieve ervaringen met de locatie Zuyder Bos, dat hij bij voorkeur teruggeplaatst zou willen worden naar de specifieke EZV van de p.i. Groot Alphen. Klagers medische situatie werd in de locatie Zuyder Bos op diverse manieren onvoldoende serieus behandeld. Plaatsing in een EZV was geïndiceerd met het oog op klagers fysieke en psychische klachten. Hij lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De psycholoog die advies heeft uitgebracht, heeft klager nooit ontmoet. In de locatie Zuyder Bos is klagers fysieke situatie bovendien nog verslechterd. Verzocht wordt klager te plaatsen in de EZV van de p.i. Groot Alphen, dan wel in de EZV van de locatie Zuyder Bos en voorts aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op 4 mei 2018 voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Hij heeft dus geen belang meer bij het beroep en moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is op 4 mei 2018 in vrijheid gesteld. In beginsel zou hij daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat met zijn invrijheidstelling het belang aan zijn beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep echter alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2.      In artikel 15 van de Pbw is geregeld in welke gevallen plaatsing en overplaatsing is voorbehouden aan de selectiefunctionaris. Plaatsing van een gedetineerde in een EZV is geen wettelijke aan de selectiefunctionaris voorbehouden plaatsing of overplaatsing, als bedoeld in artikel 15 van de Pbw, maar een bevoegdheid van de directeur. Voor zover het beroep ziet op het niet-plaatsen van klager in een EZV, kan klager dus niet in het beroep worden ontvangen.

4.3.      Klager heeft eerst in beroep aangevoerd teruggeplaatst te willen worden naar de p.i. Groot Alphen. Nu hij dit in bezwaar niet te kennen heeft gegeven, kan de bestreden beslissing alleen hierom al niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij komt nog dat niet is onderbouwd hoe plaatsing in (de EZV van) de p.i. Groot Alphen als zodanig – dus los van het handelen van het personeel – voor klager beter was geweest dan plaatsing in (de EZV van) de locatie Zuyder Bos. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dit is gericht tegen het niet-plaatsen van klager in de EZV.

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover dit is gericht tegen klagers plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 6 augustus 2018.

 

 

 

 

 

 

                                  

 

 

 

                           secretaris                                         voorzitter

 

 

Naar boven