Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-369, 23 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-369

Betreft:            […]      datum: 23 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.M. Kwakman, namens

[…], verder te noemen klager, gericht tegen een op 16 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden, dan wel de p.i. Zwolle, afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sinds 14 december 2017 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de p.i. Achterhoek te Zutphen. Op 24 mei 2018 is klager geplaatst in de gevangenis van de p.i. Zwolle, waarna hij op 30 mei 2018 is overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek is afgewezen, omdat hij zou zijn ingesloten voor het arrondissementsparket Almelo en bezoekproblematiek geen selectiecriterium zou vormen. De behandeling van klagers strafzaak vindt plaats in de Rechtbank Zwolle. Het is dus onjuist dat klager zou vallen onder het ‘arrondissementsparket Almelo’. Daarbij komt nog dat een gedetineerde slechts ‘bij voorkeur’ in het arrondissement van vervolging wordt geplaatst en dat de p.i. Zwolle in hetzelfde arrondissement is gelegen als de p.i. Achterhoek. Er is geen sprake van contra-indicaties die zich verzetten tegen klagers plaatsing in Zwolle. Van Zutphen naar Zwolle is de reistijd 51 minuten en van Leeuwarden naar Zwolle is dit 57 minuten. De aanrijtijd kan dan ook geen argument vormen tegen klagers plaatsing in Leeuwarden. De selectiefunctionaris is niet ingegaan op de redenen voor klagers verzoek. Klagers moedertaal is Fries, hij heeft moeite zich (beheerst) te uiten in het Nederlands. Dit heeft tot diverse confrontaties met het inrichtingspersoneel geleid. Tijdens een eerder verblijf van klager in de p.i. Leeuwarden was wel sprake van enkele incidenten, maar daar werd tenminste volgens de regels gehandeld. Van de vier beklagzaken die klager heeft ingediend in de p.i. Achterhoek, zijn er al drie gegrond verklaard. De verstoorde relatie komt dus niet slechts door klagers negatieve gedrag. Klager heeft een paar keer bezoek van zijn jonge kinderen ontvangen, maar dit zou veranderen als gevolg van de financiële situatie van de moeder en een wijziging van de bezoektijden van de p.i. Achterhoek. Het niet kunnen zien van zijn kinderen levert klager veel stress op, temeer omdat hij lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS), doordat hij twee van zijn kinderen heeft verloren. Er is dus sprake van bijzondere omstandigheden. Het multidisciplinair overleg (mdo) adviseerde positief en de officier van justitie had geen bezwaar. Nu klager inmiddels in de p.i. Leeuwarden verblijft – en dit verblijf verloopt inderdaad goed – wordt verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Almelo. Dat zijn zaak in de rechtbank Zwolle wordt behandeld, doet hieraan niet af. Plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Achterhoek is dan ook aangewezen. Niet is gebleken van bijzondere omstandigheden. Klager ontvangt regelmatig bezoek. Er hebben diverse incidenten plaatsgevonden. Dit was ten tijde van klagers verblijf in de p.i. Leeuwarden niet anders.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager verblijft inmiddels niet meer in een h.v.b. en voorts in de inrichting van zijn voorkeur. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang daaraan is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2.      Klager behoorde, gelet op zijn toenmalige status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3.      De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen, omdat klager in het arrondissement van vervolging (dan wel in de directe omgeving daarvan) gedetineerd dient te zijn. Dit zou het arrondissement Almelo betreffen. In beroep blijkt echter dat het Openbaar Ministerie (OM) geen bezwaar had tegen overplaatsing van klager naar de p.i. Leeuwarden of de p.i. Zwolle. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dienen in een dergelijk geval de persoonlijke belangen van klager zwaarder te wegen dan het door de selectiefunctionaris in zijn beslissing bedoelde algemene logistieke belang, te weten dat een voorlopig gehechte bij voorkeur wordt geplaatst in een inrichting in het arrondissement van vervolging.

4.4.      Klager heeft in beroep uitgelegd waarom de bezoekmogelijkheden van zijn kinderen op korte termijn sterk beperkt zouden worden. De gewijzigde bezoektijden van de p.i. Achterhoek heeft de selectiefunctionaris niet weersproken. Daarnaast is toegelicht waarom klager een bovengemiddeld belang heeft bij het zien van zijn kinderen. Niet is gebleken van enig ander belang dan het onder 4.3. bedoelde logistieke belang, dat zich zou verzetten tegen klagers overplaatsing naar de p.i. Leeuwarden of de p.i. Zwolle. Bovendien merkt klagers raadsman terecht op dat Almelo geen zelfstandig arrondissement vormt, maar, net als de p.i. Zwolle, in het arrondissement Overijssel valt. De p.i. Achterhoek was voor klager reeds hierom niet meer aangewezen dan de p.i. Zwolle.

4.5.      Gelet op het voorgaande moet de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Nu klager inmiddels in de gevangenis in de inrichting van zijn voorkeur verblijft, zal de selectiefunctionaris niet worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. In plaats daarvan zal aan klager een tegemoetkoming worden toegekend voor de periode dat hij ten onrechte in het h.v.b. van de p.i. Achterhoek heeft verbleven gerekend vanaf de datum van de bestreden beslissing, 16 februari 2018, tot aan zijn plaatsing in de gevangenis van de p.i. Zwolle op 24 mei 2018. De hoogte daarvan zal de beroepscommissie bepalen op € 80,=.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 80,=.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 23 juli 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven