Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-226, 9 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-226

betreft: [Klager]           datum: 9 augustus 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 9 februari 2018 van de beklagcommissie bij het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend (SC 2018/002), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van het PPC Scheveningen in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van de tegemoetkoming

De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de slecht werkende ventilatie in zijn verblijfsruimte, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend, nu klager dagenlang last heeft gehad van de rooklucht. Hij heeft daarbij ook schade opgelopen. Verzocht wordt een tegemoetkoming van ten minste € 10,= toe te kennen.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

 

3.         De beoordeling

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Nu de beklagcommissie heeft geoordeeld dat het beklag gegrond is, staat vast dat sprake is van aan (een beslissing van) de directeur te wijten rookoverlast in klagers cel. Gelet op het tijdsverloop tussen het indienen van het beklagschrift (15 december 2017) en de behandeling ter zitting van de beklagcommissie (25 januari 2017) heeft dit ten minste anderhalve maand geduurd. Een tegemoetkoming voor het door klager ondervonden ongemak is daarom passend en geboden. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en de aan klager toekomende tegemoetkoming bepalen op € 10,=.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 9 augustus 2018.

 

                                                     

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven