Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-144, 13 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : R-144

Betreft : [klager]                 datum: 13 augustus 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.G.H. van de Kamp, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 19 januari 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 juli 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is klagers raadsvrouw, mr. S.G.H. van de Kamp, gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

De directeur van de locatie Roermond heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de tegemoetkoming

De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de beslissing klager niet te promoveren, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Ter zitting van de beroepscommissie is toegelicht dat het beroep enkel is gericht tegen de hoogte van de aan klager toegekende tegemoetkoming. De tegemoetkoming is te gering in vergelijking met soortgelijke gevallen. Een hogere tegemoetkoming is passend gelet op de enorme gevolgen van het uitblijven van promotie.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie zonder nadere motivering klager een lagere tegemoetkoming heeft toegekend dan gebruikelijk in dit soort zaken. In deze zaak en uitgaande van de in artikel 1d, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden genoemde periode van zes weken, acht de beroepscommissie de standaardtegemoetkoming van € 5,= per week aangewezen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 30,=.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, mr. A.T. Bol en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 13 augustus 2018

              

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven