Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-111, 18 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-111

betreft: [klager]            datum: 18 juli 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 23 januari 2018 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof toegewezen voor de duur van dertig uren, onder de voorwaarden van een locatieverbod en een locatiegebod.

2.         De standpunten

Klager heeft het beroep als volgt – samengevat – toegelicht. Klager kan zich niet vinden in de beslissing van de Minister het verlof toe te kennen voor slechts dertig uren. Aan klager is een voorwaardelijke disciplinaire straf opgelegd, vanwege een positieve urinecontrole. Deze straf is opgelegd, omdat de inrichting waar klager destijds verbleef in november heeft gelogen over de uitslag van een urinecontrole en omdat in december de uitslag van een urinecontrole is kwijtgeraakt. Het vorige verzoek om algemeen verlof is tevens op basis van leugens afgewezen. Klager is op vrijwillige basis in een urinecontroletraject geplaatst en moet nu afbouw laten zien. Verzocht wordt een tegemoetkoming toe te kennen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt – samengevat – toegelicht. Klager geeft te kennen drugs te hebben gebruikt, als gevolg waarvan hij voorwaardelijk disciplinair is gestraft. Uit het advies van de vrijhedencommissie volgt dat aan klager een voorwaardelijke disciplinaire straf is opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel met een proeftijd van twee maanden, naar aanleiding van een positieve uitslag bij een urinecontrole op

12 januari 2018. Conform de ‘Sanctiekaart landelijk 2016’ is de helft van het eerstvolgende verlof ingetrokken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De vrijhedencommissie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Op

12 januari 2018 was sprake van een positieve uitslag bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs. Als gevolg daarvan is een voorwaardelijke disciplinaire straf opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel met een proeftijd van twee maanden. Bovendien is de helft van het eerstvolgende verlof voorwaardelijk ingetrokken, omdat klager met een urinecontroletraject is gestart.

De advocaat-generaal heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het is niet aan de maatschappij en het slachtoffer uit te leggen dat klager na slechts een half jaar detentie alweer vrijheden kan genieten. Gelet op de aard van het feit, zijn justitiële documentatie en zijn houding is de kans op herhaling groot. Ook gelet op het lopende hoger beroep is er geen reden nu al met een vorm van resocialisatie te beginnen.

De politie heeft het verlofadres geverifieerd en in orde bevonden.

3.         De beoordeling

Klager was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, wegens bedreiging, diefstel (met geweld), poging tot afpersing, gepleegd in vereniging, en overtreding van de Wet wapens en munitie, waartegen hij hoger beroep heeft ingesteld. Op 19 april 2018 is klagers voorlopige hechtenis beëindigd en is hij in vrijheid gesteld.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers zesde verlofaanvraag. Hij kon in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

Blijkens de ‘Sanctiekaart 2016 landelijk’ wordt een positieve uitslag bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs, indien dit zich eenmalig heeft voorgedaan, gesanctioneerd met een disciplinaire straf van maximaal vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel en intrekking van de helft van het eerstvolgende verlof.

Uit de stukken volgt dat klager op 12 januari 2018 positief heeft gescoord bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs. Naar aanleiding daarvan is klager een voorwaardelijke disciplinaire straf opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel met een proeftijd van twee maanden. In het advies van de vrijhedencommissie is vermeld dat ten aanzien van het bepalen van de strafmaat rekening is gehouden met het feit dat klager met een zogenoemd urinecontroletraject is gestart. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid, mede gelet op de ‘Sanctiekaart 2016 landelijk’, de toewijzing van klagers verlofaanvraag voor de duur van (slechts) dertig uur rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Minister, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c en d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 18 juli 2018

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven