Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1374/GA, 13 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 03/1374/GA

betreft: [klager] datum: 13 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 juni 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie De Schie, te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2003, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn gehoord klager en namens de directeur van locatie De Schie, [...], afdelingshoofd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers eigendommen, te weten een paar Nike sportschoenen, een broek, een tondeuse, een radio/cd-speler en twintig cd’s, na klagers overplaatsing van locatie Almere naar locatie De Schie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft zijn eigendommen zelf ingepakt in Almere in vier vuilniszakken. In De Schie heeft hij drie zakken ontvangen. Klagermeent dat dit dezelfde zakken zijn als die hij in Almere heeft ingepakt. De verdwenen eigendommen zaten samen in één zak verpakt. In diezelfde zak zaten ook klagers vuile was, verpakt in een plastic tas, en opzetkammetjes voor zijntondeuse en die voorwerpen heeft klager wel ontvangen. Klager begrijpt niet dat hij de opzetkammetjes van zijn tondeuse, die samen met de tondeuse verpakt waren in de originele verpakking, wel heeft ontvangen. De verpakking van detondeuse moet open gemaakt zijn. Klager acht het stug dat de vier dozen omgepakt zouden zijn in drie zakken. Hij had veel zware boodschappen laten vervoeren, zoals flessen vruchtensap. Normaal gesproken ga je naar het bad om daar tetekenen voor ontvangst, maar klagers eigendommen zijn direct naar de afdeling gebracht en klager heeft ze niet kunnen controleren. Hij heeft terstond gemeld dat er eigendommen ontbraken en tegen hem is gezegd dat hij dan in beklagmoest gaan. Klager zou graag zien dat zijn spullen terecht komen, of dat hem een schadevergoeding wordt toegekend voor de verdwenen voorwerpen.

Namens de directeur van locatie De Schie heeft [...], afdelingshoofd, in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er zijn in de p.i. vier zakken ontvangen en een grote envelop met daarin een kaart. Klagers eigendommen zijn in dozen binnengekomen, gecontroleerd en vervolgens overgepakt in plastic zakken. Het is niet bekend of dit dezelfde zakkenzijn, die klager heeft ingepakt in Almere. Het is denkbaar dat de inhoud van de vier dozen in drie zakken is verpakt. Alles wat binnengekomen is, is ook uitgepakt en na controle overgepakt. In Almere wordt gesteld dat niet bekend isdat klager een radio/cd-speler heeft ingevoerd, maar toch is er geld van zijn rekening afgeschreven voor verzegeling van een radio/cd-speler. Waarschijnlijk is er iets misgegaan in Almere. Locatie De Schie heeft er alles aan gedaanom er achter te komen waar klagers verdwenen eigendommen zijn gebleven.

3. De beoordeling
In de Regeling afhandeling schadegevallen d.d. 13 augustus 1993 (kenmerk 383893/93/DJI) staat in hoofdstuk 2 (Inhoud) onder 1 aanhef en b het volgende vermeld:
"het hoofd van dienst is verantwoordelijk voor alle schade die een bewoner van de inrichting of een derde lijdt als gevolg van schadegevallen in de inrichting dan wel schadegevallen die direct verband houden met de inrichting."
In hoofdstuk 3 (Toelichting) staat bij ad 1b het volgende vermeld:
"Het hoofd van dienst draagt onder meer de verantwoordelijkheid voor: - de schade die voor een bewoner van een inrichting voortvloeit uit de beschadiging of het zoekraken van zijn persoonlijke bezittingen tijdens zijn verblijf in deinrichting; - de schade die ontstaat tijdens het transport van bewoners van inrichtingen dan wel van goederen: vanaf het moment van aankomst van het transport in de ontvangende inrichting valt schade in beginsel volledig onderverantwoordelijkheid van het hoofd van dienst van de ontvangende inrichting."

Klager heeft zijn eigendommen zelf ingepakt in vier plastic zakken in het h.v.b. Almere en vier dozen zijn verstuurd vanuit Almere en in locatie De Schie zijn ook vier dozen aangekomen, ten aanzien waarvan voor ontvangst getekendis. Niet, dan wel onvoldoende, is betwist dat klager de betreffende voorwerpen heeft ingepakt in Almere en dat hij slechts een gedeelte van die voorwerpen heeft ontvangen in De Schie. Tegen die achtergrond en gelet op de geciteerderegelgeving dient de directeur van locatie De Schie verantwoordelijk te worden gehouden voor de vermissing van de verloren gegane eigendommen van klager.

Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 30,= in verband met het door hem geleden ongemak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt het beklag alsnog gegrond en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven