Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0663/GB, 17 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         18/663/GB

Betreft:            […]      datum: 17 juli 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.W. Szymkowiak, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 21 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sedert 7 december 2017 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Grave.

3.         De standpunten

3.1.      Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het verzoek is zowel door het Openbaar Ministerie (OM) als door de directeur van de p.i. Grave goedgekeurd. De directeur van de locatie Sittard zou bezwaar hebben tegen klagers overplaatsing, omdat dit een beheersrisico met zich brengt, nu enkele gedetineerden in de locatie Sittard lid zijn van dezelfde motorclub als klager (Satudarah). Dit is gebaseerd op het OM-advies, waarin is vermeld dat vanuit de locatie Sittard de wens bestaat dat niet alle leden van Satudarah in die inrichting worden geplaatst. Tegen plaatsing van een extra lid in het algemeen, of tegen klagers plaatsing in het bijzonder, is niets aangevoerd. Na de afwijzing zijn minstens drie andere leden van Satudarah wel in de locatie Sittard geplaatst. Het gestelde beheersrisico is niet nader onderbouwd. Klager heeft tijdens een eerdere detentie met in totaal zes leden op dezelfde afdeling verbleven, zonder dat dit problemen opleverde. Vier medeverdachten, tevens leden van dezelfde motorclub, verblijven in de locatie Roermond. Dit levert evenmin problemen op. Klager wil graag naar de locatie Sittard om zijn kinderen ook buiten de schoolvakanties te kunnen zien. Hiermee wordt hij ook in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klager heeft subsidiair om overplaatsing naar de locatie Roermond verzocht, maar dit is niet in behandeling genomen of afgewezen. Het is onduidelijk waarom. Het zou onredelijk zijn, als de reden hiervan is dat de directeur van de locatie Roermond persoonlijk iets tegen klager heeft. Als de afwijzing ten aanzien van de locatie Roermond te maken heeft met motorclubleden, geldt dat na de afwijzing van klagers verzoek ook drie leden in de locatie Roermond zijn geplaatst.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Het OM en de directeur van de p.i. Grave hebben direct een kanttekening geplaatst bij hun positieve adviezen, omdat bekend was dat de locatie Sittard niet alle Satudarah-leden in de inrichting wenst onder te brengen. In de bestreden beslissing heeft het beheersrisico in de locatie Sittard geprevaleerd boven het belang van klager.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd. Ingevolge artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing geschiedt die plaatsing in beginsel binnen het arrondissement waar de vervolging plaatsvindt. In geval van bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken.

4.2.      De selectiefunctionaris heeft slechts aangevoerd dat de directeur van de locatie Sittard in het algemeen niet alle (gedetineerde) Satudarah-leden wenst onder te brengen. Daarom zou klagers plaatsing een beheersrisico teweegbrengen in de locatie Sittard. Een advies van de directeur van de locatie Sittard over de concrete plaatsing van klager bevindt zich echter niet in de stukken en het beheersrisico is niet nader onderbouwd. Een en ander is derhalve onvoldoende zwaarwegend om af te wijken van voornoemd beginsel. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen dan ook als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dus gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 17 juli 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven