Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1465/GA, 12 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1465/GA

betreft: [klager] datum: 12 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 juni 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd tot einde detentie (18 juli 2003), wegens het aantreffen van niet door demedische dienst aan klager verstrekte medicatie in klagers cel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De afwijzing van het beklag is niet onderbouwd. Blijkbaar weet men zelf geen raad met de vage omschrijving ‘een hoeveelheidmedicatie’. Dit roept toch minstens de vraag op ‘welke medicatie?’ en ‘welke hoeveelheid?’.

De directeur heeft d.d. 3 september 2003 de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf en het onderliggende rapport gefaxt. De directeur heeft gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Anders dan klager meent, is het gelet op het voorwaardelijke karakter van de straf niet van overwegend belang om welke medicatie het gaat en om welke hoeveelheid het gaat. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komenvast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema endr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven