Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2620/GA, 1 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2620/GA

betreft: [klager]            datum: 1 juni 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 juli 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 januari 2018, gehouden in Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Zuyder Bos.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het dagelijks tellen van gedetineerden in de ochtend en de avond (ZB-2017-042).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Deze zaak hangt samen met een andere beroepszaak (17/2582/GA). Het beklag richt zich tegen de praktijk dat iedere dag rond 6.45 uur en 22.00 uur een telling van de gedetineerden op de afdeling van klager plaatsvindt. Hoewel het tellen een algemene regel is, moet klager ontvankelijk verklaard worden in zijn beklag. De regeling is namelijk in strijd met hogere regelgeving.

De Pbw kent geen bepaling over het tellen. De controlebevoegdheid kent dus geen expliciete wettelijke basis. Wel heeft de directeur – zo valt uit de jurisprudentie op te maken – de bevoegdheid om op aanwezigheid te controleren. Het ontbreken van regels voor het tellen van of registeren van aanwezigheid kan niet betekenen dat de directeur op ieder willekeurig tijdstip medewerking van de gedetineerden aan de uitvoering van controles mag vergen. Het beginsel van de minimale beperkingen verzet zich hiertegen. In artikel 2, vierde lid, van de Pbw is bepaald dat gedetineerden aan geen beperkingen worden onderworpen dan die welke voor het doel van de vrijheidsbeneming of in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting noodzakelijk zijn. Bij het in- en uitsluiten om 16.30 uur en 7.30 uur kan eenvoudig op aanwezigheid gecontroleerd worden en kunnen de veiligheid en orde gewaarborgd worden. De noodzaak is dan ook niet aanwezig. Daarnaast vormen de controles een ongeoorloofde inbreuk op de privacy van klager, waarop hij op grond van artikel 8 EVRM recht heeft. Tijdens de uren op zijn cel heeft hij belang bij zoveel mogelijk privacy en de mogelijkheid de uren een eigen invulling te geven. Het tellen maakt daarop een inbreuk. Aangezien het tellen niet nodig is ten behoeve van de veiligheid en de orde in de p.i., is de inbreuk ongeoorloofd. Daarnaast  verblijft klager op een zogenoemde ‘luwte-afdeling’ voor langgestraften. De controles passen niet bij het karakter van de afdeling.

Verder strijdt het tellen met artikel 22 van de Grondwet en artikel 12, eerste lid, van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). Die bepalingen schrijven voor dat de overheid de volksgezondheid moet bevorderen en daaruit vloeit voort dat aan gedetineerden de mogelijkheid wordt geboden voldoende te slapen. Klager heeft tenminste acht uur slaap nodig. Klager moet een teken van leven geven, waardoor hij niet voor 22.30 uur kan slapen. Klager heeft moeite met inslapen en hoewel hij slaapmedicatie krijgt, slaapt hij hooguit vier uur per nacht. Het tellen en wekken gebeuren buiten het dagprogramma en dat is niet nodig. Ook is artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van toepassing. Gedetineerden hebben recht op gezondheid en zorg voor hun gezondheid. Zij mogen verwachten dat de directeur hun nachtrust niet zonder noodzaak verstoort.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het moment van tellen hangt samen met het moment waarop de dienst wisselt. Er zit negen uur tussen de momenten dat geteld wordt. Tellen bij het uitsluiten voor het dagprogramma is te laat, nu de gedetineerden tien minuten later op de arbeid moeten zijn. De richtlijn is dat minimaal drie keer per dag geteld moet worden, zo blijkt uit de ‘OBP GW Procesbeschrijving: tellen van gedetineerden’. In de p.i. wordt vier keer geteld vanwege de wisseling van de wacht. Het tellen begint om 22.00 uur en 6.45 uur. De medewerkers gaan cel voor cel af en het kan zijn dat je, als je niet aan de gunstige kant zit, dan minimaal 8 uur slaapt, omdat je dan als laatste bij het insluiten geteld wordt om 22.30 uur en als eerste bij het uitsluiten om 6.45 uur. Voor het tellen wordt op de deur geklopt. Dat kan geluid veroorzaken.

2.         De beoordeling

Het beklag ziet op een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Tegen een algemene regel staat geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving.

In artikel 2, vierde lid, van de Pbw is bepaald dat personen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel plaatsvindt, aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die welke voor het doel van de vrijheidsbeneming of in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting noodzakelijk zijn. Binnen een penitentiaire inrichting is het om voor de hand liggende redenen noodzakelijk met regelmaat te controleren of alle personen die in de inrichting aanwezig zijn, nog in levende lijve zijn. Het systeem van viermaal per dag tellen van alle gedetineerden, en daarmee ook het tellen in de ochtend en avond op de in de inrichting geldende tijdstippen met het daarbij benodigde geven van een teken van leven, vormt dan ook een geoorloofde beperking en is niet in strijd met het bepaalde in artikel 2, vierde lid, van de Pbw. Gelet op voorgaande is ook de inbreuk op klagers recht op privéleven en recht op privacy voortvloeiend uit artikel 8 EVRM geoorloofd en is het geoorloofd vanwege de noodzaak de veiligheid en de orde in de p.i. te bewaken de nachtrust af te kaderen. De beroepscommissie acht niet aannemelijk dat klager onnodig in zijn nachtrust wordt gestoord, nu hij in het slechtste geval acht uur kan slapen. Gelet op voorgaande is ook geen sprake van een schending van artikel 3 EVRM.

Artikel 12, eerste lid, van het IVESCR houdt in dat de Staten die partij zijn bij dit verdrag, het recht van een ieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid erkennen. Volgens vaste jurisprudentie bevat artikel 12 van het IVESCR, gelet op de formulering, geen normen die de rechter rechtstreeks als toetsingsmaatstaf kan toepassen, aangezien deze bepaling daarvoor niet voldoende concreet is en derhalve nadere uitwerking in nationale wet- en regelgeving behoeft.

Hetzelfde geldt voor artikel 22 van de Grondwet. In dit artikel is bepaald dat de overheid maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid dient te treffen. Gelet op de formulering van deze bepaling biedt deze geen rechtstreeks toepasbare toetsingsmaatstaf.

De beroepscommissie concludeert dat de algemene regel met betrekking tot het tellen van gedetineerden niet met hogere wet- of regelgeving in strijd is. Hiertegen staat geen beklag open.

3.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals-Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en U.P. Burke, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 1 juni 2018

           

           

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

m,

Naar boven