Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-344, 31 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-344

Betreft:            [klager]            datum: 31 juli 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.H. Tiemens, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 14 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sedert 22 februari 2016 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep – samengevat – als volgt toegelicht. Klagers verzoek is afgewezen omdat hij niet de wettelijk vereiste 26 uur dagbesteding kon regelen. Dat komt doordat hij 77 jaar is. Hij kan dus geen werk vinden. Dit is, gelet op zijn leeftijd, ook helemaal niet nodig in het kader van zijn resocialisatie. Uit de parlementaire geschiedenis en de literatuur blijkt dat het p.p. ook op andere manieren vormgegeven kan worden. Klager staat open voor een verblijf in een beschermde woonvorm of andere instelling. De selectiefunctionaris heeft echter geen andere mogelijke dagbesteding onderzocht. De poging iets te vinden bij De Ontmoeting was bij voorbaat kansloos, omdat deze stichting woon-werktrajecten aanbiedt en dit voor klager niet aan de orde is. Hetzelfde geldt voor de overige pogingen die enkel verband houden met het vinden van dagbesteding.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek – samengevat – als volgt toegelicht. Voor klager zijn de mogelijkheden onderzocht van verblijf bij Exodus, stichting Door en stichting De Ontmoeting, maar er was geen plek voor hem. Klager heeft bij de reclassering en bij zijn casemanager te kennen gegeven dat hij adressen zou aanleveren voor de dagbesteding van zijn p.p. Dit heeft hij echter nooit gedaan. De reclassering en Ex-Made hebben ook geen geschikte dagbesteding voor klager. Klager heeft eerst in beroep het verblijf in een beschermde woonvorm of andere instelling geopperd.

4.         De beoordeling

4.1.      In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2.      Klagers verzoek tot deelname aan een p.p. is afgewezen bij gebrek aan een (verblijfsplaats met een) zinvolle dagbesteding. Klager is een 77-jarige man. Het staat daarom buiten discussie dat hij niet hoeft te werken ter invulling van zijn p.p. Uit het dossier blijkt dat daardoor meerdere organisaties geen plek voor hem hebben.

4.3.      Het is mede aan de gedetineerde zelf om een zinvolle dagbesteding te organiseren voor tijdens zijn deelname aan het p.p. De beroepscommissie begrijpt, gelet op het voorgaande, dat dit in klagers geval echter erg ingewikkeld is. De selectiefunctionaris heeft zelf immers ook tevergeefs gezocht naar een geschikte organisatie.

4.4.      Namens klager is in beroep “een beschermde woonvorm of andere instelling” gesuggereerd ter invulling van zijn p.p. De selectiefunctionaris stelt dat dit niet afdoet aan de redelijkheid van de bestreden beslissing. De beroepscommissie overweegt dat het zwaartepunt van de voorbereiding voor een p.p. alsmede de verantwoordelijkheid daarvoor bij de directeur ligt en dat die suggestie en de mogelijkheid daarvoor kennelijk nog niet is onderzocht. In deze specifieke situatie is het aangewezen dat hiernaar alsnog onderzoek wordt gedaan. Om die reden zal de beroepscommissie overgaan tot gegrondverklaring van het beroep en zal zij de bestreden beslissing vernietigen. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van vier weken na ontvangst daarvan. Voor een tegemoetkoming bestaat geen aanleiding.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van vier weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 31 juli 2018.

          

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven