Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0512/SGA, 15 maart 2018, schorsing
Uitspraakdatum:15-03-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 18/512/SGA

Betreft : [klager]          datum: 15 maart 2018

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Roermond.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 12 maart 2018, inhoudende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaand 12 maart 2018 om 13.10 uur en eindigend op 17 maart 2018 om 13.10 uur, wegens een positieve urinecontrole.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het bericht van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek tevens als klaagschrift in behandeling zal worden genomen, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 13 maart 2018.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter stelt vast dat klager bij een op 29 januari 2018 afgenomen urinecontrole positief scoorde: “> 1000 Canabis Krea 33.1”. Het herhalingsonderzoek, waarvan de uitslag op 6 februari 2018 beschikbaar kwam, leverde een vergelijkbaar resultaat op. De thans in het geding zijnde straf is gebaseerd op een op 6 maart 2018 afgenomen urinecontrole, waarbij een THC-gehalte is gemeten van 195. Verzoeker heeft gesteld dat hij sinds de eerder afgenomen urinecontrole niet meer heeft (bij)gebruikt.

Naar het oordeel van de voorzitter kan, gelet op de hoge concentratie THC die gemeten is na de een na laatste controle (meer dan 1000), ook in aanmerking nemend het tijdsverloop, onvoldoende worden uitgesloten dat de als laatst gemeten hoeveelheid THC het gevolg is van gebruik voorafgaand aan de een na laatste meting. Nu de directeur in zijn reactie op het schorsingsverzoek niet is ingegaan op verzoekers stelling c.q. die stelling heeft ontkracht, komt het schorsingsverzoek naar het oordeel van de voorzitter voor inwilliging in aanmerking.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang.

 

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 15 maart 2018.

                                          

secretaris         voorzitter

 

Naar boven