Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1812/GB, 4 december 2001, beroep
Uitspraakdatum:04-12-2001

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 01/1812/GB

Betreft: [klager] datum: 4 december 2001

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 23 augustus 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[klager], geboren op [1961], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2001 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld I te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 18 juli 2000 gedetineerd. Hij verbleef sedert 27 april 2001 in de halfopen inrichting (h.o.i.) Westlinge te Heerhugowaard. Op 21 mei 2001 keerde klager niet terug naar deze inrichting van een weekendverlof.Hij is aangehouden en op 25 mei 2001 geplaatst in de locatie De Leuvense Poort te ‘s-Hertogenbosch, een huis van bewaring met een sober regime van beperkte gemeenschap. Op 16 augustus 2001 is klager geplaatst in de gevangenis NieuwVosseveld I, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 17 januari 2001. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van 4 maanden te ondergaan. De wettelijkvroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 februari 2002. Aansluitend dient hij eventueel subsidiaire hechtenis van in totaal 60 dagen en in totaal 28 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhavingverkeersvoorschriften te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is niet van het weekendverlof teruggekeerd omdat hij door een aantal mensen werd bedreigd. De politie te ’s-Hertogenbosch weet er van. Klager heeft nog nooit een rapport gehad voor slecht gedrag, hij werkt graag en drugsheeft hij nog nooit gebruikt. In Vught krijgt klager geen bezoek omdat het te ver is voor zijn familie, die voornamelijk in Limburg woonachtig is. Klager wil het liefst terug naar de h.o.i. en anders naar de gevangenis te Sittard.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is te zwak voor een h.o.i. en behoeft de zorg die hem in de gevangenis te Vught geboden kan worden. Indien klager in een h.o.i. zou worden geplaatst, ontwricht hij het regime. In de beslissing op het bezwaarschrift staat datde selectiefunctionaris, gelet op de inhoud van het selectieadvies, voor de gevangenis te Vught (bijzondere zorg afdeling) heeft gekozen, omdat dit klagers eigen keus was. Klager heeft, na overleg met de reclassering, zijnhandtekening onder het selectieadvies geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld I is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
Uit telefonisch verkregen informatie van het bureau sociale dienstverlening is gebleken dat de directeur een afdeling van de gevangenis Nieuw Vosseveld I heeft aangewezen als bijzondere zorg afdeling. Dit betreft afdeling C van unit3.
Volgens de registratiekaart van 13 november 2001 verblijft klager op afdeling 3 E.
Volgens de bestemmingsaanwijzing van de penitentiaire inrichting Nieuw Vosseveld is er een verslavings begeleidingsafdeling Nieuw Vosseveld, een huis van bewaring voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20 Regeling selectie,plaatsing en overplaatsing.

4.2. Uit het selectieadvies van de locatie De Leuvense Poort komt naar voren dat klager bekend is met een langdurige, forse alcoholverslaving. Klager heeft tijdens de detentie contact gehad met Kentron, een instelling voorverslavingszorg te Tilburg. De binnenreclassering adviseert, in overleg met Kentron, plaatsing van klager in een gevangenis met een verslaving begeleidingsafdeling als voorbereiding op een eventuele plaatsing op grond van artikel 43PBW. Dit voorstel is met klager besproken en hij kan zich hierin vinden. Een plaatsing in de penitentiaire inrichting te Vught heeft derhalve de voorkeur.

4.3. Gelet op het feit dat klager is afgestraft en dientengevolge voor een gevangenis moest worden geselecteerd, kon de selectiefunctionaris klager niet conform het selectieadvies plaatsen in de verslavings begeleidingsafdelingNieuw Vosseveld, nu dit de status van huis van bewaring heeft. De motivatie van de selectiefunctionaris om klager te selecteren voor de bijzondere zorg afdeling van de gevangenis te Vught, volgt niet logischerwijs uit hetselectieadvies tot plaatsing op een verslavings begeleidingsafdeling. De beslissing van de selectiefunctionaris kent wat dit betreft een motiveringsgebrek. Nu klager echter feitelijk gezien in de gevangenis Nieuw Vosseveld I isgeplaatst en hij voldoet aan de voor die inrichting onder 4.1 genoemde voorwaarden, is de beslissing van de selectiefunctionaris, nu deze materieel gezien niet onjuist is, niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van allein aanmerking komende belangen evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden naar voren heeft gebracht kan niet tot een ander oordeel leiden.
De beroepscommissie overweegt ambtshalve dat klager, mede gelet op het gegeven dat hij in mei 2001 niet is teruggekeerd van een weekendverlof, niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperktbeveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 4 december 2001.

secretaris voorzitter

Naar boven