Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1449/GB, 16 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1449/GB

Betreft: [klager] datum: 16 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1964], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juni 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 oktober 2002 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Geerhorst te Sittard. Op 30 mei 2003 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager is ten onrechte overgeplaatst naar Vught. Klager prefereert geplaatst te worden in Limburg, eventueel in Roermond,omdat hij daar contacten heeft en hulpverlening krijgt van de reclassering. Sinds klager in Vught zit kan de reclasseringswerker hem niet meer zo vaak bezoeken als voorheen. Hij bezoekt klager nu maar een keer in de twee weken. Voorklagers vrouw en zijn twee kinderen is het ook niet goed mogelijk, ook financieel niet, om hem te bezoeken in Vught. Klager is overgeplaatst omdat de directeur van De Geerhorst meende dat klager schulden had bij eenmedegedetineerde. Na het sporten heeft klager klappen in zijn nek gekregen van een medegedetineerde. Klager is daarvoor bij de medische dienst geweest maar heeft toen een rapport gekregen omdat hij zich verweerd had tegen demedegedetineerde. Vervolgens heeft klager weer een rapport gekregen. Het personeel zocht hem. Hij is vervolgens overgeplaatst naar Vught.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is vanwege zijn eigen veiligheid weggeplaatst uit De Geerhorst. Hij had bij medegedetineerden schulden gemaakt in de vorm van telefoonkaarten. Middels een krantenknipsel was bekend geworden dat er sprake was van betrokkenheidbij twee verkrachtingen in Nederland en in België. Klager zal uiteindelijk worden uitgeleverd aan België. Medegedetineerden hadden deze krantenknipsels vergroot en overal opgehangen. Voorts hadden medegedetineerden aangegeven dat zefysiek geweld tegen klager zouden gebruiken. Klager heeft ook suïcidale uitspraken gedaan richting zijn vrouw en is om die reden in de observatiecel geplaatst. Besloten is dat hij uit De Geerhorst weg moest omdat men niet meer voorzijn veiligheid kon instaan. Gekozen is voor Vught omdat deze inrichting kleine afdelingen heeft en een kleinere afdeling hem een grotere mate van veiligheid kan bieden dan zo’n grote en massale afdeling als in De Geerhorst. Daarbijkomt dat op dat moment Vught de ruimte had om hem direct te plaatsen en Roermond niet.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van zijn
plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van
wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Vast is komen staan dat klager is weggeplaatst uit h.v.b. De Geerhorst omdat zijn
veiligheid daar in gevaar was. Klager prefereerde overplaatsing naar een ander h.v.b. in Limburg maar is geplaatst in Vught in verband met de mogelijkheid tot plaatsing op een kleine afdeling, waar klagers veiligheid betergewaarborgd kan worden. Voorts kon klager in Vught dit in tegenstelling tot Roermond, direct geplaatst worden. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerdebeslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft opgemerkt omtrent zijn bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven