Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1666/GB, 16 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1666/GB

Betreft: [klager] datum: 16 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 17 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1972], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 juli 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De Marwei te Leeuwarden ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 6 februari 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Overmaze te Maastricht. Op 7 augustus 2003 is hij geplaatst in de gevangenis De Marwei te Leeuwarden, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 6 februari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 19 september 2003.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Door de selectiefunctionaris is gesteld dat klager geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland zou hebben, maar dit is achterhaald. Klager heeft per 4 juli 2003 een appartement gehuurd in Hoensbroek (gemeente Heerlen). Klagersvrouw is bezig met de inrichting en de kinderen zijn daar aangemeld om naar school te gaan. Als klager naar Leeuwarden zou worden overgeplaatst, zou dit zeer vervelend zijn voor zijn gezin en hem een achterstand geven voor watbetreft klagers integratie in de maatschappij. Bij klagers eerstvolgende verlof is hij van plan om zich in te laten schrijven bij de gemeente Heerlen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Ten tijde dat klager zijn bezwaarschrift indiende, had hij geen vaste woon- en of verblijfplaats in Nederland en was hij niet regio gebonden. Ten tijde van de genomen beslissing op het bezwaarschrift beschikte deselectiefunctionaris niet over de gegevens die klager thans heeft verstrekt. Zijn vrouw en kinderen woonden op dat moment niet in Nederland, maar in voormalig Joegoslavië. Om die redenen is klager geselecteerd voor een inrichtingmet de kortste wachtlijst. Het beroep wordt ongegrond geacht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De Marwei is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die verbleef in het h.v.b. Overmaze te Maastricht, is geselecteerd voor de gevangenis De Marwei te Leeuwarden. Omdat hij geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland zou hebben en zijn gezin in het buitenland zouverblijven, is geen rekening gehouden met klagers binding aan de regio Limburg. De beroepscommissie is van oordeel dat, gezien de thans beschikbare gegevens omtrent het verblijf van klagers gezin in Limburg en klagers vestigingaldaar, de gronden aan de selectiebeslissing zijn komen te ontvallen.
De beslissing van de selectiefunctionaris tot plaatsing van klager in de De Marwei moet, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijkworden aangemerkt. Gelet op het feit dat klager recent is overgeplaatst naar De Marwei en hij in verband met zijn zeer nabije v.i.-datum binnenkort in vrijheid zal worden gesteld, zal de beroepscommissie de bestreden beslissing nietvernietigen en de selectiefunctionaris evenmin opdragen een nieuwe beslissing te nemen maar volstaan met gegrondverklaring van het beroep. De beroepscommissie acht wel termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu derechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken.
De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 25,=.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven