Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0812/GA, 15 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:15-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/812/GA

betreft: [klager] datum: 15 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 18 februari 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Flevoland, locatie Almere Binnen, te Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie hield zitting op 1 september 2003 in de locatie Zwolle. Zowel klager als de directeur van de locatie Almere Binnen heeft bericht verhinderd te zijn daar te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voorzover in beroep aan de orde, betreft het niet vernietigen van bepaalde medische gegevens omtrent klager.

De beklagcommissie heeft het beklag op dit onderdeel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De beoordeling
De klacht is gericht tegen het niet verwijderen van bepaalde medische gegevens uit klagers medisch dossier. Klager zou daarover, naar hij in zijn beroepschrift heeft uiteengezet, een afspraak hebben gemaakt met de (waarnemend)inrichtingsarts.
Ingevolge de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (boek 7, artikel 455) moet een arts op verzoek van zijn patiënt binnen drie maanden de betreffende gegevens vernietigen, tenzij een aanmerkelijk belang zich tegen die vernietigingverzet. Hieruit volgt dat de onderhavige klacht moet worden verstaan als gericht tegen vermeend weigeren door of namens de inrichtingsarts, in plaats van de directeur. Derhalve had de beklagcommissie de klacht niet in behandelingbehoren te nemen als een beklag als bedoeld in artkel 60 Pbw, doch deze als een klacht over medisch handelen ingevolge de artikelen 28 en 29 Penitentiaire maatregel moeten doorgeleiden naar de medisch adviseur bij het Ministerie vanJustitie ter bemiddeling.
De beroepscommissie zal dit alsnog doen.

3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie op het betreffende onderdeel. Zij draagt de klacht over aan de medisch adviseur bij het Ministerie van Justitie ter bemiddeling.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 15 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven