Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0459/GA, 16 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/459/GA

betreft: [klager] datum: 16 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 7 februari 2003 van de beklagcommissie bij de beperkt beveiligde inrichting Bankenbosch te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde penitentiaire inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voorzover in beroep aan de orde, de verlenging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen in afwachting van overplaatsing van klager, wegens zijnbetrokkenheid bij een vechtpartij en zijn uitlatingen bij de afhandeling van het verslag.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. De verlenging van de ordemaatregel op grond van artikel 24, derde lid, Pbw was noodzakelijk aangezien het deselectiefunctionaris niet lukte om klager vóór 4 augustus 2002 te plaatsen in een passend regime. Na overleg met de selectiefunctionaris was duidelijk dat klager in een gesloten inrichting geplaatst zou worden. Gezien de beperktebeveiliging van Bankenbosch en het gedrag van klager zou een eventuele afwachting van de overplaatsing in Bankenbosch een groot beheersrisico zijn. Dit in overweging genomen is de maatregel met veertien dagen verlengd.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 24, derde lid, Pbw kan de directeur de afzondering telkens voor ten hoogste twee weken verlengen, indien hij tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak tot afzondering nog bestaat.
Artikel 57, eerste lid aanhef en onder c, Pbw bepaalt dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord omtrent de plaatsing in afzondering en de verlenging hiervan.

De beroepscommissie stelt vast dat uit de schriftelijke mededeling van 2 augustus 2002 niet blijkt dat klager is gehoord. Ook hetgeen klager hierover voor de beklagcommissie heeft verklaard wordt niet weersproken door de directeur.Bovendien is de beslissing tot verlenging van de ordemaatregel onbevoegd genomen. Artikel 5, vierde lid aanhef en onder c, Pbw bepaalt dat aan de directeur is voorbehouden de beslissing omtrent de plaatsing in afzondering en deverlenging hiervan. Op de schriftelijke mededeling van 2 augustus 2002 is getekend voor de directeur. Klagers bewering voor de beklagcommissie, dat de beslissing niet door de directeur is genomen en een personeelslid van deafzonderingsafdeling de schriftelijke mededeling heeft uitgereikt, wordt niet weersproken door de directeur.
Het beroep dient dan ook op formele grond gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing tot verlenging van de ordemaatregel materieel gezien, gelet op hetgeen uit de stukken naar voren is gekomen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijkof onbillijk kan worden genoemd.

De beroepscommissie zal klager na te noemen tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele grond gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 16 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven