Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3791/GA, 9 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/3791/GA

betreft: […]      datum: 9 mei 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.B.O. van Soest, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 20 oktober 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 maart 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is gehoord […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Lelystad. Klager en zijn raadsman mr. W.B.O. van Soest hebben met bericht geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de overplaatsing van klager naar een andere afdeling, zonder dat aan klager kenbaar is gemaakt wat de reden daarvan is (PL-2017-656).

De beklagrechter heeft het beklag kennelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – kort en zakelijk weergegeven – als volgt schriftelijk toegelicht. Klager is ten onrechte overgeplaatst naar een andere afdeling, zonder dat dit aan klager is medegedeeld. De overplaatsing zou gelegen zijn in het feit dat klager de orde, rust en veiligheid zou verstoren in de inrichting. Ondanks dat de directeur de beslissingsbevoegdheid heeft om klager over te plaatsten naar een andere afdeling, ontslaat haar dat niet van haar plicht om deze beslissing te motiveren zodat deze kan worden getoetst op juistheid en of de directeur in alle redelijkheid tot deze beslissing had kunnen komen.

De directeur heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt toegelicht. Klager is overgeplaatst naar een andere afdeling omdat het met klager daar niet goed ging. Hij had een ongunstige invloed op de andere gedetineerden. Het was, naast het belang van de afdeling, ook in het belang van klager dat hij werd overgeplaatst. Hij kan op de nieuwe afdeling een nieuwe start maken. Aan klager is mondeling duidelijk gemaakt welke reden ten grondslag heeft gelegen aan het besluit om hem over te plaatsen naar een andere afdeling.

 

3.         De beoordeling

Er is sprake van een beslissing tot overplaatsing binnen hetzelfde regime, aan welke beslissing de wet geen formele eisen stelt. Dit laat onverlet dat het aangewezen is dat bij overplaatsing aan klager gemotiveerd wordt kenbaar gemaakt wat de grond voor zijn overplaatsing is. Ter zitting is gebleken dat aan klager mondeling kenbaar is gemaakt welke redenen ten grondslag hebben gelegen aan de beslissing om hem over te plaatsen naar een andere afdeling. De beroepscommissie heeft geen reden te twijfelen aan hetgeen hierover door de directeur ter zitting is medegedeeld.

De beroepscommissie zal, gelet op het voorgaande, het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen, met aanvulling van gronden.

 

4.         De uitspraak

De beroepsrechter verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en prof. dr. F. Boer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 9 mei 2018.

          

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven