Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/4154/GA, 7 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:07-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Voeding  v

 

nummer:          17/4154/GA

betreft: [klager]            datum: 7 mei 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 27 november 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Achterhoek te Zutphen (OH 2017/354), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 april 2018, gehouden in het justitieel centrum Zaanstad, is klager gehoord.

De directeur van de p.i. Achterhoek heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het afschrijven van een te hoog, althans een niet-inzichtelijk gemaakt, geldbedrag van klagers rekening-courant voor boodschappen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Hij heeft twee weken bij de winkel boodschappen besteld terwijl er niets is afgeschreven. Klager heeft toen ook geen bon gehad. Na twee weken werd er op 28 augustus 2017 € 69,45 afgeschreven. Ook toen kreeg klager geen bonnetje. Op zich zou het wel kunnen dat zijn bestelling € 69,45 kostte, maar dat valt zonder bonnetje niet te controleren. De winkelier heeft aangegeven dat hij de factuur niet kan terughalen, maar dat is een omstandigheid die voor rekening en risico van de winkelier dient te komen.  Gewoonlijk bestelt hij voor ongeveer € 40,= per week. Dit ging om twee weken, dus het afgeboekte bedrag is niet onredelijk. Klager hoopt dat zijn beroep gegrond wordt verklaard en dat hij € 69,45 terug mag ontvangen. Gewoonlijk zit de bon in de box waarin zijn bestelling wordt geleverd. De box is verzegeld. In dit geval was er geen bonnetje bij gedaan. Klager wil best betalen voor wat hij eet en drinkt, maar de inrichting heeft fouten gemaakt en dit moet recht gezet worden. Hij heeft in onzekerheid verkeerd en dit moet vergoed worden.

De directeur van de p.i. Achterhoek heeft in de reactie op het beklag aangegeven dat de gedetineerden sinds de invoering van de landelijke inrichtingswinkel In-Made inderdaad problemen ondervinden bij het bestellen en betalen van boodschappen. Gesteld is dat de p.i. er alles aan doet om fouten te corrigeren en klachten zo goed en zo snel mogelijk op te lossen. Een personeelslid is drie dagen per week volledig uitgeroosterd om de winkelproblemen in kaart te brengen.

 

3.         De beoordeling

Bij klager is € 69,45 afgeschreven voor boodschappen die hij in een periode van twee weken heeft besteld. Klager heeft ter zitting verklaard dat dit bedrag juist kan zijn, in die zin dat hij voor dat bedrag aan boodschappen heeft besteld. Klager heeft ter zitting toegelicht dat hij gewoonlijk per week ongeveer voor € 40,= bij de winkel bestelt. Volgens hem zijn er echter fouten gemaakt door de inrichting, omdat hij geen bonnetje heeft ontvangen.

Gelet op het bovenstaande acht de beroepscommissie niet aannemelijk geworden dat een te hoog geldbedrag van klagers rekening-courant is afgeschreven. Dat klager geen factuur heeft ontvangen doet daar niet aan af.

De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden als hiervoor weergegeven. 

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 mei 2018.

                            

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven