Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0642/SGA, 6 april 2018, schorsing
Uitspraakdatum:06-04-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 18/642/SGA

Betreft :  [verzoeker]   datum: 6 april 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in locatie Sittard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 30 maart 2018, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 30 maart 2018 om 16.00 uur tot 9 april 2018 om 16.00 uur.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 31 maart 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 april 2018.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat de opgelegde disciplinaire straf is opgelegd naar aanleiding van het feit dat verzoeker samen met een medegedetineerde het celluikje van een derde gedetineerde heeft geopend en weer heeft gesloten, waarover verzoeker desgevraagd leugenachtig heeft verklaard tegen het personeel ter plaatse.

Uit geen van de overgelegde stukken blijkt echter wat zich precies zou hebben afgespeeld. Niet aangegeven is of in de directe omgeving van de cel nog is gezocht naar contrabande of anderszins.

Gelet op het voorgaande staat de opgelegde disciplinaire straf naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet in een redelijke verhouding tot de daadwerkelijk vastgestelde gedragingen van de gedetineerde, zoals deze zijn beschreven in de beslissing tot oplegging van de straf. De voorzitter acht de bestreden beslissing, voorlopig oordelend, onvoldoende onderbouwd, nu de directeur deze niet nader heeft gemotiveerd.

Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, nu de beslissing van de directeur niet voldoet aan de wettelijke vormvoorschriften als bepaald in artikel 58 van de Pbw.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

 

 

Aldus gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, in tegenwoordigheid van J. Warntjes, secretaris, op 6 april 2018

 

                               

secretaris                                                                    voorzitter

 

Naar boven