Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2184/GB, 8 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         17/2184/GB

Betreft:            [klager]            datum: 8 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[…], verder te noemen klager, gericht tegen een op 3 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 22 april 2016 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Almere. Bij beslissing van 19 mei 2017 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Lelystad. Van daaruit is klager op 12 september 2017 geplaatst in de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.). Op 4 december 2017 is het programma aangevangen en is klager administratief ondergebracht bij de EMD van de p.i. Lelystad.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het bezwaar is ongegrond verklaard, omdat klager is aangemerkt als een zogenaamd Top 600-subject. De p.i. Lelystad is aangewezen voor deze doelgroep en zou een programma hebben dat gericht is op succesvolle resocialisatie. In de beslissing is niet ingegaan op het argument dat – gelet op de lengte van de straf – vooralsnog niet tot resocialisatie zal worden overgegaan. Voorts is onduidelijk welk programma de p.i. Lelystad aanbiedt dat andere inrichtingen niet zouden aanbieden en of dat succesvol is. De selectiefunctionaris en de inrichting hebben hierover ook na de bestreden beslissing geen duidelijkheid kunnen geven. Daarom is de beslissing klager niet in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, maar in de p.i. Lelystad te plaatsen in strijd met het redelijkheids-, motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel tot stand gekomen. Verzocht wordt de bestreden beslissing te vernietigen, te beslissen klager in de locatie Zuyder Bos te plaatsen en klager een tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft daarop als volgt gereageerd. Klager is inmiddels geplaatst in de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht. Hij heeft daarom geen belang meer bij het beroep. Verzocht wordt klager niet-ontvankelijk te verklaren. Voor een tegemoetkoming bestaat geen aanleiding.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is bij beslissing van 10 augustus 2017 geplaatst in de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht en neemt thans deel aan een p.p. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang aan zijn beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2.      De selectiefunctionaris heeft beslist tot plaatsing van klager in de gevangenis van de p.i. Lelystad, omdat met betrekking tot personen die deel uitmaken van de lijst Top 600, is afgesproken dat zij daar geplaatst worden in het kader van speciale begeleiding. Uit het selectieadvies van de p.i. Almere blijkt dat klager behoort tot de Top 600. Het staat de Staatssecretaris vrij binnen de wettelijke kaders en de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden een werkwijze te ontwikkelen bij de selectie en (over)plaatsing die aansluit bij het opsporings- en vervolgingsbeleid dat bij de Top 600 Amsterdam in samenwerking met de gemeente is vormgegeven. Klager maakt deel uit van deze groep. Het belang dat klager gaat meedraaien in een programma dat is gericht op een succesvolle resocialisatie van deze groep gedetineerden, dient zwaarder te wegen dan klagers – overigens nauwelijks onderbouwde – belang in de locatie Zuyder Bos, althans niet in de p.i. Lelystad, te worden geplaatst.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en  J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 8 januari 2018

                                                

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven