Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1020/GA, 15 augustus 2003, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1020/GA

betreft: [klager] datum: 15 augustus 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 april 2003 gedateerd en op 8 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriftvan

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 28 april 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het niet verstrekt krijgen van een warme maaltijd gedurende 13 dagen;
b. het negeren van de wekelijkse verstrekking van koffie en thee;
c. het feit dat niets wordt ondernomen als iemand op de afdeling van zijn winkelspullen wordt beroofd.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn beklag voor de beklagrechter toe te lichten.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a van het beklag merkt de beroepscommissie op dat de beklagrechter in haar uitspraak, waarvan beroep, op deze klacht niet is ingegaan. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeelvan het beklag zelf afdoen.
Op grond van artikel 44, eerste en derde lid, Pbw draagt de directeur ervoor zorg dat aan de gedetineerde voeding wordt verstrekt, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de levensovertuiging van de gedetineerde. Klagerheeft bij binnenkomst in de inrichting aangegeven vegetariër te zijn. Het feit dat klager desondanks gedurende 13 dagen een niet-vegetarische maaltijd aangeboden heeft gekregen, dient te worden aangemerkt als een klager betreffendedoor of namens de directeur genomen beslissing, waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw beklag openstaat. De directeur erkent in zijn verweerschrift voor de beklagrechter d.d. 26 maart 2003 dat met de verstrekking van eenniet-vegetarische maaltijd een fout is gemaakt. De beroepscommissie komt ten aanzien van onderdeel a derhalve tot het oordeel dat het beklag gegrond moet worden verklaard. Omtrent de vraag of klager vervolgens in aanmerking dient tekomen voor een tegemoetkoming, overweegt de beroepscommissie het volgende. De directeur stelt in zijn verweerschrift voor de beklagrechter dat de fout direct zou zijn hersteld indien klager deze onmiddelijk had doorgegeven. Inplaats daarvan heeft klager, volgens de directeur, pas na twee weken aangegeven telkens de verkeerde maaltijd te ontvangen. Aangezien het door klager ondervonden ongemak door hemzelf eerder had kunnen worden voorkomen, meent deberoepscommissie dat er geen aanleiding is hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Met betrekking tot de onderdelen b en c komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beklag ten aanzien van onderdeel a gegrond.
Ten aanzien van de onderdelen b en c verklaart de beroepscommissie het beroep
ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
Op 15 augustus 2003

secretaris voorzitter

Naar boven