Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3316/GA, 22 maart 2018, beroep
Uitspraakdatum:22-03-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

 

nummer:          17/3316/GA

 

betreft: [klager]            datum: 22 maart 2018

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

de directeur van penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

 

gericht tegen een uitspraak van 25 september 2017 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 februari 2018, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klagers raadsman mr. N. Hendriksen, en […], juridisch medewerker en […], stagiaire juridische zaken, van de p.i. Ter Apel.

Klager heeft, blijkens een afstandsverklaring van 22 februari 2018, afstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens het toepassen van fysiek geweld jegens een medegedetineerde (Ta 2017-000061).

 

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend van € 22,50 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de onderhavige zaak is sprake van bijzondere omstandigheden waardoor de betrokken medewerker, die via de camerabeelden het incident heeft waargenomen, het verslag niet heeft aangezegd. Het incident vond namelijk laat in de middag plaats en het personeelslid dat de feiten heeft waargenomen was hoogzwanger en daardoor niet in staat langer te werken. Het rapport is de volgende ochtend om half acht aangezegd aan klager. Indien de beroepscommissie van oordeel is dat sprake is van een formeel gebrek, dient een lagere tegemoetkoming te worden opgelegd, namelijk van € 10,=.

 

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De aanzegging van een schriftelijk verslag dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden. Niet is gebleken van zodanige bijzondere omstandigheden die dit anders maken. Met betrekking tot de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming refereert klager zich aan het oordeel van de beroepscommissie. Gelet op de omstandigheden in deze zaak, kan een hogere tegemoetkoming worden toegekend dan gebruikelijk is in vergelijkbare zaken.

 

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd omtrent de onmogelijkheid tot het aanzeggen van het schriftelijk verslag overtuigt de beroepscommissie niet, gezien de omstandigheid die uit het dossier blijkt dat er kennelijk wel een mogelijk was de andere bij het incident betrokken gedetineerde nog diezelfde middag aan te spreken. De beklagcommissie heeft het beklag dan ook terecht gegrond verklaard.

Nu de directeur wel in redelijkheid de disciplinaire straf heeft kunnen opleggen, is een lagere tegemoetkoming gepast. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd voor zover daarbij een tegemoetkoming is toegekend en klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van 

€ 10,=.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond waar het de toegekende tegemoetkoming betreft en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A.G. Coumans en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van

mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 22 maart 2018.

                             

 

secretaris                                                        voorzitter

 

 

 

Naar boven