Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/4319/TA, 18 april 2018, beroep
Uitspraakdatum:18-04-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           17/4319/TA

betreft: [Klager]            datum: 18 april 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 19 december 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [klager], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 maart 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad is gehoord, namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, […], jurist.

Klager heeft bericht geen gebruik gemaakt te willen maken van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de weigering van het verlenen van toestemming voor het invoeren van een tweedehands Playstation 3 na een eerder gegeven toestemming (PN 2017/240).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de kliniek is sinds 2014 het beleid dat risicovolle apparaten, doorgaans apparaten met onder meer een wifiverbinding, worden gekocht via de firma Strijbosch. Apparatuur met wifi/bluetooth zoals een Playstation 3 mag ook bij een andere leverancier worden aangeschaft mits de firma Strijbosch deze apparatuur ook kan leveren. Firma Strijbosch kan namelijk alleen apparaten die ze zelf aanbieden onklaar maken, niet elk willekeurig apparaat. De apparatuur moet nieuw (dus niet tweedehands) worden aangeschaft en door Strijbosch onklaar worden gemaakt. Een en ander is opgenomen in artikel 2.3 van de afdelingsregels. Er is in dit geval een misverstand gerezen. Aan klager is toestemming gegeven om een tweedehands Playstation aan te schaffen en deze door de firma Strijbosch onklaar te laten maken. Dit is echter in strijd met het geldende mediamiddelenbeleid. Het desbetreffende apparaat is via ‘Gamemedia’ besteld. Het betreft een tweedehands PlayStation 3. Het is vervelend voor klager, maar hij had derhalve geen toestemming mogen krijgen om deze tweedehands Playstation in zijn bezit te hebben en hij zal deze ook niet krijgen. Aan klager zijn twee mogelijkheden voorgelegd: ofwel hij kiest ervoor afstand te doen van deze Playstation en de inrichting draagt alle inmiddels gemaakte onkosten (aanschaf en onklaar maken), ofwel hij houdt de Playstation 3, draagt zelf de onkosten en voert de Playstation 3 conform de huisregels uit. Klager heeft echter aangegeven met geen van beide mogelijkheden akkoord te gaan. Hij wil per sé op zijn kamer over de Playstation 3  beschikken. Inmiddels is besloten om alle door klager gemaakte onkosten (€ 150,50) te vergoeden. Los van de teleurstelling heeft klager geen schade geleden door de vergissing van de inrichting, omdat hij volledig schadeloos is gesteld. Het staat klager vrij om alsnog een spelcomputer (en X-box) bij de firma Strijbosch aan te schaffen. In een aanvullende schriftelijke reactie geeft de inrichting aan dat de firma Strijbosch heeft laten weten inmiddels geen spelcomputers meer te kunnen leveren die gemodificeerd kunnen worden, maar dat dit het eerder ingenomen inrichtingsstandpunt overigens niet verandert.

Hetgeen de beklagrechter heeft overwogen omtrent het maken van een eenmalige uitzondering is weliswaar begrijpelijk, maar gaat ten koste van het strikte beleid en leidt bovendien tot ongelijkheid naar andere patiënten. De inrichting wil zich niet branden aan allerlei apparatuur-technische aspecten in het kader van orde en veiligheid. Het is geen optie om elk apparaat te controleren en de inrichting ontbeert ook de kennis daarvoor. 

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht. 

 

3.         De beoordeling

Het hoofd van de inrichting is bevoegd om op het niveau van de huisregels ter bescherming van de maatschappij en voor de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting regels en voorwaarden te verbinden aan de invoer van spelcomputers zoals de Playstation 3 (artikel 44, tweede lid, Bvt). Gelet hierop zijn de maatschappij en de orde en veiligheid in de inrichting ermee gediend dat invoer van – ook tweedehands – spelcomputers alleen is toegestaan als deze zijn gecontroleerd en verzegeld op de wijze die door de inrichting voldoende betrouwbaar wordt geacht, te weten door de firma Strijbosch. Tegen deze algemene regeling is geen beklag mogelijk.

De aanschaf van de tweedehands Playstation 3 van klager is gedaan bij een andere leverancier dan Strijbosch en voldoet daarmee niet aan de in de afdelingsregels gestelde voorwaarden, reden waarom het hoofd van de inrichting de eerder ten onrechte verleende toestemming heeft ingetrokken, hetgeen op zichzelf voor klager uiteraard teleurstellend is. De in dit bijzondere geval door de inrichting gemaakte afweging tussen het belang van klager enerzijds en de strikte handhaving van haar beleid anderzijds is naar het oordeel van de beroepscommissie onredelijk noch onbillijk. Nu klager inmiddels volledig schadeloos is gesteld, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie tot een andere beslissing dient te leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 18 april 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven