Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1488/SGA, 16 juli 2003, schorsing
Uitspraakdatum:16-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1488/SGA
Betreft: [klager] datum: 16 juli 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift d.d. 2 juli2003 van

[...], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.)
Zuid-West, locatie Dordtse Poorten, te Dordrecht.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de p.i. Haaglanden, locatie Zuid, d.d. 24 juni 2003, inhoudende onder meer hetadvies aan de selectiefunctionaris om verzoeker over te plaatsen.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 25 juni 2003 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 14 juli 2003.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht en daarbij aangevoerd dat de overplaatsing van unit 3 naar unit 1 – 2 onterecht is geschied en dat hij terug wil worden geplaatst.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Verzoeker is al sinds 4 juli 2003 door de selectiefunctionaris in de locatie Dordtse Poorten geplaatst. Aan zijn verzoek tot terugplaatsing vanuit unit 1en 2 naar unit 3 kan niet meer worden voldaan nu de situatie totaal gewijzigd is.
Ingeval verzoeker nog wel in de p.i. Haaglanden had verbleven, kan worden gezegd dat het een interne overplaatsing in de vestiging Scheveningen naar een gelijk regime betrof.

2. De beoordeling
Indien en voorzover het verzoek is gericht tegen het advies tot overplaatsing aan de selectiefunctionaris geldt dat dit geen beslissing is als bedoeld in artikel 60, eerste lid van de Pbw. In zoverre kan verzoeker niet in zijnverzoek worden ontvangen.

Voorzover het verzoek is gericht tegen verzoekers overplaatsing van unit 3 van de locatie Scheveningen Zuid (huis van bewaring Scheveningen) naar unit 1 – 2 van de locatie Scheveningen Noord (huis van bewaring Scheveningen),overweegt de voorzitter dat voorop moet worden gesteld dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaakniet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing tot verzoekers interne overplaatsing in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat ereen spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Nu het huis van bewaring Scheveningen van de locatie Scheveningen Zuid en het huis van bewaring Scheveningen van delocatie Scheveningen Noord door de minister van justitie zijn aangewezen als verschillende inrichtingen, kan een overplaatsingbeslissing enkel worden genomen door de selectiefunctionaris. In dit geval is die beslissing evenwelgenomen door de directeur en dit maakt dat die (overplaatsing)beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift. Dit maakt dat er op zich voldoende redenen zijn om over gaantot een schorsing van de tenuitvoerlegging van die beslissing. Omdat verzoeker echter inmiddels door de selectiefunctionaris is overgeplaatst naar een andere inrichting, heeft hij nu geen belang meer heeft bij een toewijzing vanzijn verzoek. Dat verzoek kan immers niet tot het door hem beoogde resultaat, te weten terugplaatsing naar unit 3 van de locatie Scheveningen Zuid, leiden. Het verzoek zal daarom in zoverre worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek ten aanzien van beslissing hem van unit 3 van de locatie Scheveningen Zuid over te plaatsen naar unit 1-2 van de locatie Scheveningen Noord af en verklaart verzoeker voor het overigeniet-ontvankelijk.

Aldus gedaan door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 juli 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven