Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2931/GA, 9 maart 2018, beroep
Uitspraakdatum:09-03-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2931/GA

betreft: [klager]            datum: 9 maart 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 juli 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, betreffende:

a.         de beslissing van de directeur van 17 mei 2017, inhoudende dat klager wordt verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder b, van de Pbw (VU 2017/001024);
b.         een ordemaatregel van 17 mei 2017, inhoudende plaatsing in afzondering in een afzonderingscel met cameratoezicht voor de duur
an 24 uren (VU 2017/001021);
c.         een ordemaatregel van 18 mei 2017, inhoudende plaatsing in afzondering in een afzonderingscel met cameratoezicht voor de duur van zes dagen (VU 2017/001022) en
d.         een ordemaatregel van 22 mei 2017, inhoudende plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen (VU 2017/001023),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 januari 2018, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord namens de p.i. Vught, de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, mevrouw […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur en mevrouw […], juridisch medewerker. Als toehoorder was ter zitting aanwezig […], secretaris bij het secretariaat van de Raad.

Klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, is zonder bericht niet ter zitting verschenen. Klager is, nu niet duidelijk is geworden of de uitnodiging om ter zitting te verschijnen hem heeft bereikt, in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, schriftelijk zijn standpunt toe te lichten. De beroepscommissie heeft geen reactie ontvangen van klager.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat het aanbeveling verdient de opgelegde ordemaatregelen van 18 mei 2017 en 22 mei 2017, gelet op het ingrijpende karakter daarvan, in het vervolg nader te onderbouwen en niet, bij het opnieuw opleggen van een ordemaatregel, te volstaan met de enkele opmerking dat klager in observatie dient te blijven en daarbij eerder gebezigde overwegingen nagenoeg identiek te herhalen, opdat meer zicht is op eventuele veranderingen in klagers toestandsbeeld.

Gelet op het toestandsbeeld van klager ten tijde van de opgelegde maatregelen, zoals uit de stukken genoegzaam is gebleken, het feit dat klager zijn beroep niet met gronden heeft onderbouwd en ook geen toelichting heeft gegeven ter zitting, is de beroepscommissie van oordeel dat het beroepschrift niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. drs. J.P. Meesters en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 9 maart 2018.

 

                                

 

 

                        secretaris                                                                  voorzitter

 

 

 

Naar boven