Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2329/GA, 5 maart 2018, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2329/GA

betreft: [Klager]           datum: 5 maart 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [Klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 juli 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de controle door het personeel van klagers goederen na overplaatsing (VU 2017/000313).

De beklagrechter heeft de klacht ongegrond verklaard.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De directie heeft de verzegeling van de ingevoerde goederen verbroken om deze te doorzoeken, buiten klagers aanwezigheid. Vervolgens zijn de dozen met goederen niet opnieuw verzegeld. Dit is in strijd met de Circulaire voorwerpen van ingeslotenen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

In de Circulaire voorwerpen van ingeslotenen van 9 december 2013 met kenmerk 460022 (de Circulaire) is met betrekking tot overplaatsing naar een andere inrichting vermeld dat in de inrichting van vertrek de verpakkingen worden verzegeld en overhandigd aan de transportgeleider. In de ontvangende inrichting worden de verzegelde verpakkingen in ontvangst genomen en opgeborgen. Voorts is vermeld dat het verbreken van de verzegeling van verpakkingen in aanwezigheid van de ingeslotene gebeurt.

Vaststaat dat klagers nagezonden goederen in de p.i. zijn onderzocht op de aanwezigheid van contrabande, zonder klagers aanwezigheid of toestemming. De directeur heeft niet weersproken dat de verzegeling daarbij is verbroken. Gelet hierop is gehandeld in strijd met de Circulaire. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter worden vernietigd en het beklag alsnog gegrond worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. M.M. van der Nat en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 5 maart 2018.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven