Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0551/GB, 18 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/551/GB

Betreft: [klager] datum: 18 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad -door tussenkomst van het BureauSelectiefunctionarissen- ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C. Bosch, namens

[...], geboren op [1974], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 februari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 30 november 2001 gedetineerd.
Hij verblijft in de p.i. Dordtse Poorten te Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 1 juni 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 30 juli 2006. Aansluitenddient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van acht dagen te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing als volgt toegelicht.
De bestreden beschikking is onvoldoende deugdelijk gemotiveerd. De door klager aangevoerde argumenten zouden bij afweging van de wederzijdse belangen tot een beslissing tot overplaatsing moeten leiden. Klager verzoekt nadrukkelijkom kennisneming van de rapportage die aan de bestreden beschikking ten grondslag heeft gelegen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft aangegeven dat hij zich in de p.i. De Dordtse Poorten bedreigd voelt. Hij neemt deel aan alle activiteiten. Enkel luchten leidt blijkens de inrichtingsrapportage, soms tot wat spanningen. Deze zijn niet zodanig datklager daardoor in het geheel niet meer aan activiteiten durft deel te nemen. Dat er soms strubbelingen zijn wordt niet ontkend, maar een en ander is inherent aan de detentiesituatie. Van ernstige bedreigingen is geen sprake.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is -mede gelet op de inhoud van de aan de beslissing ten grondslag gelegde informatie- niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is mede in overweging genomen dat door of namens klager geen concrete gegevens zijn aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnenleiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 18 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven