Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3051/JA, 23 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/3051/JA

 

betreft: [klager]            datum: 23 februari 2018

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], geboren op [ 1996], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 juli 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Het Keerpunt te Cadier en Keer, betreffende de verlenging van het doseerprogramma op 9 mei 2017 (J2017/147), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde j.j.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De beoordeling

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag omdat hij te laat beklag heeft ingediend. Vaststaat dat het klaagschrift is gedateerd op 10 mei 2017, dat volgens de beklagrechter blijkens datumstempel van de inrichting op 1 juni 2017 is verzonden en op 6 juni 2017 door de beklagrechter is ontvangen.

Klager heeft in beroep gesteld dat hij de klachtbrief binnen één of twee dagen na het schrijven daarvan in de brievenbus doet en dat hij er daarna geen invloed meer op heeft. Mogelijk is als gevolg van ziekte van het afdelingshoofd zijn klaagschrift te laat door het personeel aan de beklagrechter gezonden.

Namens de directeur is aangevoerd dat het afdelingshoofd, de unitcoördinator, verantwoordelijk is voor het controleren en leegmaken van de klachtenbrievenbus en dat deze in verband met ziekte is waargenomen door een andere unitcoördinator die de klachtenbrievenbus twee maal per week leegt. Verder is namens de directeur aangevoerd dat op 10 mei 2017 wel een andere klacht van klager naar de beklagrechter is gestuurd, wat zou betekenen dat de op 10 mei 2017 gedateerde  klacht J2017/147 is geantedateerd.

De beroepscommissie acht in het licht van de door de beklagrechter vastgestelde feiten en hetgeen namens de directeur is verklaard niet aannemelijk dat klager klacht J2017/147 tijdig heeft ingediend. De beklagrechter heeft klager derhalve op juiste gronden

niet-ontvankelijk verklaard in het beklag J2017/147..Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

 

 

 

 

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, prof. dr. F. Boer en drs. H. Heddema, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 23 februari 2018.

 

 

 

                         

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven