Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0185/TA, 23 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 03/185/TA

betreft: [klager] datum: 23 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 21 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 31 december 2002 van de beklagcommissie bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 maart 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Utrecht, locatie Nieuwegein te Nieuwegein, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], staffunctionarisjuridische zaken, en [...], coördinerend sociotherapeut. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het verdwijnen van postzegels, geld, telefoonkaarten en een muziekcassette uit klagers post.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft direct gemeld dat er voorwerpen uit de door hem ter verzending aangeboden enveloppen waren verdwenen. Hij heeft ook eenbriefje getoond waarin bevestigd werd dat er een brief open was aangekomen zonder inhoud maar er werd totaal niet op gereageerd. Klager is direct in beklag gegaan. De klacht is pas vier à vijf maanden later behandeld en op datmoment had klager die brieven niet meer. Het is meermalen gebeurd dat er postzegels uit verstuurde enveloppen zijn verdwenen. Klager heeft geen bezwaar tegen censuur maar de uitgaande post ligt gewoon open op het kantoortje. Klagerheeft eerder beschadigde post van de PTT gekregen maar daarbij krijg je dan de brief geseald terug en een excuusbriefje van de PTT. De voorwerpen waren bedoeld voor verzamelaars. De post, die opengemaakt is, is door klager verstuurdnaar Amerika, Canada en India.
Klager verstuurt zo'n twintig tot dertig brieven per week. Klager heeft alleen in de periode dat de censuur was ingesteld, in oktober 2002, er last van gehad dat er voorwerpen uit zijn brieven verdwenen. Door slordigheid van hetpersoneel zijn brieven niet dichtgeplakt en open verstuurd. Klager heeft hierdoor schade ondervonden.

Klager legt aan de beroepscommissie over een briefje van [...] inhoudende dat
€ 30,= uit een door klager verstuurde brief is verdwenen. De betreffende envelop was opengescheurd en weer met plakband dichtgeplakt.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Als er, zoals in klagers geval, censuur is opgelegd, wordt bij uitgaande post verzocht om de post geopend aante leveren. De post wordt door twee mensen vervolgens ingeschreven en gecontroleerd. Na de controle wordt de post dichtgeplakt en verzonden. Klager is daar niet bij aanwezig. Uitgaande post wordt altijd dichtgeplakt in aanwezigheidvan de manager.
Het personeel heeft er geen belang bij om voorwerpen uit klagers post te halen. Het gaat om gebruikte postzegels zonder waarde. Het is niet voorstelbaar dat het verdwijnen van de voorwerpen uit klagers post gerelateerd zou zijn aaneen bepaalde periode. Een en ander kan ook te wijten zijn aan het lange traject dat klagers post aflegt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat door toedoen van de inrichting enveloppen, die door klager ter verzending zijn aangeboden, in geopende staat zijn verstuurd en dat daardoor in dieenveloppen ingesloten voorwerpen uit de enveloppen zijn verdwenen. De beroepscommissie komt derhalve tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalveongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.L. van den Puttelaar en prof. dr.N.W. Slot, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 april 2003

secretaris voorzitter

nummer: 03/185/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 14 maart 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Utrecht, locatieNieuwegein te Nieuwegein.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: mr. C.L. van den Puttelaar en prof. dr. N.W. Slot.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van de inrichting mr. [...], staffunctionaris juridische zaken, en [...], cöordinerend sociotherapeut.

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Klager heeft direct gemeld dat er voorwerpen uit de door hem ter verzending aangeboden enveloppen waren verdwenen. Hij heeft ook een briefje getoond waarin bevestigdwerd dat er een brief open was aangekomen zonder inhoud maar er werd totaal niet op gereageerd. Klager is direct in beklag gegaan. De klacht is pas vier à vijf maanden later behandeld en op dat moment had klager die brieven nietmeer. Het is meermalen gebeurd dat er postzegels uit verstuurde enveloppen zijn verdwenen. Klager heeft geen bezwaar tegen censuur maar de uitgaande post ligt gewoon open op het kantoortje. Klager heeft eerder beschadigde post vande PTT gekregen maar daarbij krijg je dan de brief geseald terug en een excuusbriefje van de PTT. De voorwerpen waren bedoeld voor verzamelaars. De post, die opengemaakt is, is door klager verstuurd naar Amerika, Canada en India.
Klager verstuurt zo'n twintig tot dertig brieven per week. Klager heeft alleen in de periode dat de censuur was ingesteld, in oktober 2002, er last van gehad dat er voorwerpen uit zijn brieven verdwenen. Door slordigheid van hetpersoneel zijn brieven niet dichtgeplakt en open verstuurd. Klager heeft hierdoor schade ondervonden.

Klager legt aan de beroepscommissie over een briefje van [...] inhoudende dat
€ 30,= uit een door klager verstuurde brief is verdwenen. De betreffende envelop was opengescheurd en weer met plakband dichtgeplakt.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Als er, zoals in klagers geval, censuur is opgelegd, wordt bij uitgaande post verzocht om de post geopend aan te leveren. De post wordt door twee mensen vervolgens ingeschreven en gecontroleerd. Na de controle wordt de postdichtgeplakt en verzonden. Klager is daar niet bij aanwezig. Uitgaande post wordt altijd dichtgeplakt in aanwezigheid van de manager.
Het personeel heeft er geen belang bij om voorwerpen uit klagers post te halen. Het gaat om gebruikte postzegels zonder waarde. Het is niet voorstelbaar dat het verdwijnen van de voorwerpen uit klagers post gerelateerd zou zijn aaneen bepaalde periode. Een en ander kan ook te wijten zijn aan het lange traject dat klagers post aflegt.

.

secretaris voorzitter

Naar boven