Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0894/JA, 7 augustus 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/894/JA

betreft: [klager] datum: 7 augustus 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 18 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 7 april 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Hey-Acker, locatie De Leij te Vught, voorzover deze betreft de vaststelling dat klager geentegemoetkoming wordt toegekend, ondanks de gegrondverklaring van zijn beklag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag over het ontbreken van een hoofdkussen in de afzonderingscel gedurende één nacht en het blijven branden van de verlichting indie cel gedurende één andere nacht, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager stelt dat hij gedurende 46 uur niet heeft kunnen slapen wegens het gemis van een hoofdkussen gedurende de eerste nacht en het blijven branden van de verlichting gedurende het grootste deel van de tweede nacht van zijnverblijf in een afzonderingscel. Hij heeft verschillende malen gevraagd om een kussen en heeft ook een aantal malen gevraagd of het licht uit kon. Hij vindt het niet redelijk dat de beklagrechter hem geen compensatie heeft verleend.

De directeur heeft in beroep volhard in zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door de jeugdige ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen gemiste faciliteiten. In dit geval heeft klager, tijdens zijn verblijf in een afzonderingscel, gedurende één nacht geen gebruik kunnen maken van een hoofdkussen en is gedurende de volgende nachtaldaar het licht blijven branden.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat het deswege niet toekennen van een tegemoetkoming onjuist is. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming van € 2,50 passend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagechter en stelt de tegemoetkoming voor klager vast op € 2,50.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, prof.dr. R.A.R. Bullens en mr. F.G.A. ten Siethoff, leden, bijgestaan door mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 7 augustus 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven