Nummer : 17/169/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 23 januari 2018
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Hoogvliet.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 19 januari 2018, inhoudende “2 weken plaatsing in een gesloten inrichting onder mijn beheer, in afwachting van de schriftelijke beslissing van de selectiefunctionaris (art. 9.3 PM)”
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 22 januari 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 22 januari 2018.
1. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de selectiefunctionaris op 19 januari 2018 een selectiebeslissing heeft genomen over de overplaatsing van verzoeker. Wat de directeur betreft lijkt hiermee de grond aan het schorsingsverzoek te zijn ontvallen.
De voorzitter overweegt als volgt. In de beslissing van de selectiefunctionaris van 19 januari 2018 staat dat is besloten verzoekers deelname aan zijn penitentiair programma te beëindigen en hem te selecteren voor de locatie De Schie (gevangenis) te Rotterdam. Verzoeker wordt geplaatst in de locatie De Schie, omdat deze locatie in de regio de kortste wachtlijst heeft. In afwachting van zijn plaatsing aldaar zit hij thans ingesloten in het huis van bewaring van de locatie Hoogvliet.
Op grond van artikel 15, derde lid, van de Pbw is de selectiefunctionaris exclusief bevoegd tot de (over)plaatsing van gedetineerden. Een beslissing van de selectiefunctionaris tot plaatsing van verzoeker in de locatie Hoogvliet ontbreekt. De voorzitter houdt het er daarom voor dat verzoeker, totdat hij is overgeplaatst naar de locatie De Schie, op grond van de beslissing van de directeur van 19 januari 2018 in de locatie Hoogvliet verblijft en die beslissing is onbevoegd genomen. Dit dient tot toewijzing van het verzoek te leiden.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang totdat op het klaagschrift is beslist.
Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 januari 2018
secretaris voorzitter