Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3349/GM, 12 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                                          

 

 

nummer:          17/3349/GM

betreft: [klager]            datum: 12 februari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem-Zuid,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 25 september 2017 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het (toenmalige) ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 januari 2018, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Arnhem-Zuid is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van   29 augustus 2017, betreft het zelf moeten betalen van de kosten voor behandeling door de pedicure.

 

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts

Klager heeft het volgende aangevoerd.

Klager wil de kosten van de pedicure terug ontvangen. Hij heeft reumatische beperkingen, hernia problemen, scoliose, heupproblemen en verlammingsverschijnselen door zenuwbeknellingen. Vóór zijn detentie ging hij niet naar de pedicure, maar werden zijn teennagels door de thuiszorg geknipt.  Hij kan door zijn lichamelijke klachten niet zelf zijn teennagels knippen. Als een personeelslid ze voor hem knipt hoeft hij niet naar de pedicure. De noodzaak wordt niet onderkend door de inrichtingsarts en de medische dienst. Ten onrechte is € 180,= van zijn rekening-courant afgeschreven. Hij wil dat graag teruggestort zien. Het gaat om zes behandelingen. Klager kan zelf de kosten niet betalen. Hij is momenteel te gast in FPK Assen, maar wordt overgeplaatst naar de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht.

De inrichtingsarts heeft het standpunt  niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Uit de behandeling ter zitting en de stukken, met name klagers medische gegevens, blijkt naar het oordeel van de beroepscommissie dat de medische dienst klagers voeten heeft onderzocht en dat er geen medische noodzaak was voor een behandeling door de pedicure. Alleen als een dergelijke medische noodzaak bestaat behoeft de gedetineerde niet zelf de behandeling door de pedicure te betalen. Uit de aantekening in het huisartseninformatie-systeem van 31 augustus 2017 volgt dat aan klager is teruggekoppeld dat de pedicure klager zal behandelen, maar dat hij zelf de kosten dient te betalen.

De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat het handelen door of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Overigens heeft de medisch adviseur in het verslag van bemiddeling opgemerkt dat als er geen medische noodzaak is er door de medische dienst ook geen pedicure dient te worden ingeschakeld omdat dit verwarrend kan werken. De beroepscommissie onderschrijft deze opmerking niet, nu niet is gebleken dat klager een toezegging is gedaan, terwijl vooraf wel is aangegeven dat de kosten voor eigen rekening kwamen.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

           

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van   mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 februari 2018.

 

                        

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven