Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0462/SGA, 4 maart 2003, schorsing
Uitspraakdatum:04-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/462/SGA
Betreft: [klager] datum: 4 maart 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 27 februari 2003, inhoudende de oplegging van eendisciplinaire straf van zes dagen opsluiting in de eigen cel, waarvan drie dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie maanden, wegens het niet opvolgen van een namens de directeur gegeven opdracht bij het (metaalvrij) passerendoor de detectiepoort.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 27 februari 2003 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 4 maart 2003.

1. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de tenuitvoerlegging van de onderhavige disciplinaire straf is beëindigd op 2 maart 2003.

Nu de beslissing tot oplegging van de bestreden disciplinaire straf niet meer ten uitvoer wordt gelegd, zal het verzoek niet meer tot het door verzoeker beoogde resultaat kunnen leiden. Verzoeker heeft daarom geen belang meer bijeen toewijzing van het verzoek en dat verzoek moet daarom worden afgewezen.

De voorzitter overweegt daarbij nog dat hij het spijtig vindt, dat hij niet eerder een beslissing heeft kunnen nemen op het onderhavige verzoek. Gelet op het (ook in deze procedure geldende) beginsel van hoor en wederhoor wordenbeide in het geding betrokken partijen gehoord. Dat neemt enige tijd in beslag. Dat kan er, zoals in dit geval, toe leiden dat de voorzitter eerst een beslissing kan nemen nadat de tenuitvoerlegging van een beslissing van dedirecteur is beëindigd. Dit ligt besloten in het systeem van de wet, waarbij het indienen van een schorsingsverzoek niet op voorhand de tenuitvoerlegging van de aangevallen beslissing schorst.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 maart 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven