Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0216/GB, 18 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/216/GB

Betreft: [klager] datum: 18 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1970], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 januari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 18 juni 2002 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring De Marwei te Leeuwarden. Op 7 februari 2003 is hij overgeplaatst naar de gevangenis De IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 18 oktober 2002. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van respectievelijk twee weken en twee maanden teondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 5 december 2003.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil graag naar een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau, omdat hij kort geleden vader is geworden en door gebruikmaking van regelmatige regimaire verloven een band met zijn kind kan opbouwen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is niet ontvankelijk in zijn bezwaar omdat hij niet binnen de gestelde termijn bezwaar heeft aangetekend. Desondanks wordt inhoudelijk overwogen dat het openbaar ministerie ernstige bezwaren maakt tegen plaatsing in eeninrichting met een beperkt beveiligingsniveau omdat het gepleegde feit veel onrust bij slachtoffers teweeg heeft gebracht en zal mee brengen wanneer klager thans verlof wordt toegestaan..

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De IJssel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Naar aanleiding van de stelling van de selectiefunctionaris dat klager niet-ontvankelijk zou zijn in zijn bezwaar (en dus ook niet in zijn beroep) overweegt de beroepscommissie het volgende. De bestreden beslissing is gedateerdop 7 december 2002 en op 16 december 2002 aan klager is uitgereikt. Het bezwaarschrift is gedateerd 17 december 2002 en op 22 december 2002, derhalve binnen de wettelijke termijn, ontvangen bij het secretariaat van de Commissie vanToezicht (CvT) bij de p.i. Noord. Vandaaruit is het bezwaarschrift -aangezien de CvT niet de bevoegde instantie is om op het bezwaar te beslissen- ter verdere behandeling doorgezonden aan het bureau selectiefunctionarissen. Klagerkon derhalve worden ontvangen in zijn bezwaar.

4.3. Naar aanleiding van het beroep, dat eveneens tijdig is ingesteld, overweegt de beroepscommissie het volgende. Gelet op de door de officier van justitie te Groningen weergegeven bezwaren welke aan de op de onder 3.2 genoemdegronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris ten grondslag zijn gelegd, en mede gelet op het gegeven dat klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, is de bestreden beslissing niet instrijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de beperkte bezoekmogelijkheden, omdat zijn vrouw werkt, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 18 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven