Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1249/GB, 31 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1249/GB

Betreft: [klager] datum: 31 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1938], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 mei 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis te Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 17 september 1999 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda. Op 11 juli 2003 is hij geplaatst in de gevangenis te Alphen aan den Rijn, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 19 maart 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 12 september 2003.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Door de selectiefunctionaris van het B.S.D. van het h.v.b. De Boschpoort is een onjuiste, onvolledige en onterecht negatieve rapportage opgemaakt.
Aan klagers wensen is totaal voorbij gegaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op basis van informatie van het h.v.b. waaruit bleek dat klager volgens de criteria in aanmerking kwam voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting met een regime van algehele gemeenschap, is klager als zodanig geselecteerdvoor de gevangenis te Alphen aan den Rijn. Daarbij is rekening gehouden met de geografische ligging van de inrichting ten opzichte van klagers woonplaats Amsterdam.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Dit klemt te meer nu klager heeft geweigerd kennis te nemen van het selectieadvies van het h.v.b en voorts in zijn beroepschrift geeninhoudelijke gronden heeft aangevoerd op basis waarvan geconcludeerd zou kunnen worden dat de selectiefunctionaris op onjuiste gronden tot zijn beslissing zou zijn gekomen.
Hierbij is overigens in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn gedrag verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in eeninrichting met een beperkt beveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 31 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven