Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0980/GA, 22 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/980/GA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 14 februari 2003 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem-Zuid te Arnhem, betreffende de vermissing van vier broeken na een overplaatsing,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2003, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij het h.v.b. Arnhem-Zuid.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De uitspraak waarvan beroep is op 17 februari 2003 aan klager en de directeur toegezonden. Het beroepschrift dateert van 26 april 2003 en is op het secretariaat van de Raad ontvangen op 28 april 2003.
Ingevolge artikel 69, eerste lid, Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van een afschrift van de uitspraak worden ingediend.

In het beroepschrift van 26 april 2003 is aangegeven dat klager op 22 februari 2003 een beroepschrift zou hebben ingediend tegen de op 17 februari 2003 verzonden uitspraak. Op 26 april 2003 heeft klager opnieuw een beroepschriftingediend, omdat hij maar niets hoorde over zijn eerder ingediende beroepschrift.

Ter zitting heeft klager verklaard dat hij na ontvangst van de uitspraak contact heeft opgenomen met de heer [...], die destijds vertegenwoordiger van de gedetineerdencommissie (gedeco) was. Klager gaf voorts aan dat hij hetinstellen van beroep geheel in handen heeft gelegd van deze vertegenwoordiger van de gedeco. In april 2003 heeft hij nog eens navraag gedaan. Er was inmiddels een nieuwe vertegenwoordiger in de gedeco. Deze heeft de zaak voor hemuitgezocht en het thans voorliggende beroepschrift ingediend, aldus klager ter zitting van de beroepscommissie.

Gelet op het vorenstaande is voor de beroepscommissie onvoldoende aannemelijk geworden dat tijdig beroep is ingesteld. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden ontvangen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 22juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven