Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0813/GB, 4 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/813/GB

Betreft: [klager] datum: 4 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 8 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1972], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 maart 2003 genomen en op 31 maart 2003 aan klager uitgereikte beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 21 januari 2003 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. De Boschpoort als volgt toegelicht.
Klagers moeder woont in Sprang-Capelle. Met het openbaar vervoer is de reis naar Vught voor haar ondoenlijk. Klagers vriendin, die een borderline-stoornis heeft, woont in Rotterdam. Familie en vrienden van klager wonen in deomgeving van Breda, Dordrecht en Rotterdam. Gelet op de afstand en gezien het feit dat zij allen werken, hebben zij geen tijd om klager in Vught te bezoeken. Klager heeft sinds hij in Vught gedetineerd is (24 januari 2003) geenbezoek ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Bij het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. De Boschpoort zijn geen medische verklaringen over de gezondheidstoestand van klagers moeder en vriendin overgelegd. De reis is qua afstand, duur en mogelijkheden acceptabel voor hetbezoek. Uit de rapportage van de inrichting blijkt niets van mogelijke problemen met medegedetineerden, zoals door klager in zijn verzoek gesteld was. Klagers gedrag en functioneren in de inrichting hebben een voorname rol gespeeldbij de beslissing om zijn verzoek tot overplaatsing af te wijzen. Klager geeft in zijn beroepschrift aan dat hij ook in Rotterdam of Dordrecht geplaatst kan worden, omdat zijn vriendin in de buurt van Rotterdam woont, terwijl zijnoverplaatsingsverzoek slechts beperkt was tot het h.v.b. De Boschpoort te Breda. Het probleem ten aanzien van de reisafstand voor zijn moeder zou met plaatsing in Rotterdam of Dordrecht evenwel niet opgelost worden. Indien klagerhad aangegeven dat hij graag in Dordrecht geplaatst wilde worden, zou dat verzoek zijn toegewezen op grond van het feit dat hij preventief is ingesloten voor het arrondissementsparket aldaar. Plaatsing in Breda, zoals aanvankelijkverzocht, of Rotterdam, zoals thans ook wordt verzocht, is evenwel uitgesloten, omdat voor die parketten reeds een cellentekort voor preventieven bestaat.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet. Nu klager heeft aangegeven dat zijn strafzaak dient bij de Rechtbank Dordrecht en hij ook naar een h.v.b. indat arrondissement zou willen worden overgeplaatst, en de selectiefunctionaris stelt dat een overplaatsingsverzoek naar Dordrecht zou zijn toegewezen, is de in het kader van het beroep tegen de bestreden beslissing gegevenbeslissing om niet terug te komen op de afwijzing van het verzoek door niet alsnog over te gaan tot plaatsing in het h.v.b. te Dordrecht, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk aan temerken. De bestreden beslissing dient derhalve te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangstdaarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken naontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.S. Holthuis, secretaris, op 4 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven